H3 3vmboK

De invloeden uit de levende natuur heten abiotische factoren

• waar

• niet waar

Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied vormen samen een

• Leefgemeenschap

• Populatie

• Voedselkringloop

• Ecosysteem

Klimop groeit omhoog langs een boom zodat____

• de plant goed water op kan nemen

• de plant genoeg zonlicht op kan nemen

• de plant ver weg is van vijanden

• de plant genoeg zuurstof kan opnemen

Gele lissen groeien aan de randen van sloten, de zaden van de gele lis drijven

Welke aanpassing is van toepassing.

• aanpassing om uitdroging te voorkomen

• aanpassing om vraat te voorkomen

• aanpassing om voldoende licht te krijgen

• aanpassing om verspreiding van de soort te bevorderen

In de bladeren maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen

• waar

• niet waar

Wat gebeurt er met de huidmondjes als het heel erg zonnig en warm is

• De huidmondjes gaan dicht

• De huidmondjes gaan open

• Er gebeurt niks want huidmondjes staan altijd open

Welk gas neemt de plant 's nachts op uit de lucht via het huidmondjes

• koolstofdioxide

• zuurstof

• waterdamp

• koolstofmonoxide

______ van de bladeren wordt veroorzaakt door verdamping van water uit de huidmondjes. Bladcellen verliezen hierdoor water, waterverlies vullen ze aan vanuit de houtvaten. Welk begrip moet aan het begin van de zin staan?

• Zuigkracht

• Verdamping

• Oplossing

• Water stroming

Welke 2 stoffen heeft de plant nodig om glucose te maken

• zuurstof

• koolstofdioxide

• water

• suiker

Welke 2 stoffen maakt een plant tijdens fotosynthese

• koolstofdioxide en zuurstof

• zuurstof en glucose

• glucose en koolstofmonoxide

• glucose en koolstofdioxide