Intro les 30: vertelperspectief

Intro les 30: vertelperspectief

2nd Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden en tekstverbanden

KG - Professional Development

20 Qs

Controlevragen H1 Argumenteren

Controlevragen H1 Argumenteren

1st - 5th Grade

18 Qs

De OTT/VTT - Woordvolgorde

De OTT/VTT - Woordvolgorde

1st - 5th Grade

15 Qs

Oefening spelling koppelteken

Oefening spelling koppelteken

2nd Grade

20 Qs

Frans

Frans

1st - 8th Grade

14 Qs

Woordsoorten 1A

Woordsoorten 1A

1st - 3rd Grade

13 Qs

Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

2nd Grade

15 Qs

Disk Toekomst A2

Disk Toekomst A2

KG - 12th Grade

20 Qs

Intro les 30: vertelperspectief

Intro les 30: vertelperspectief

Assessment

Quiz

World Languages

2nd Grade

Hard

Created by

Stijn Aerts

Used 7+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Het _ (of het vertelstandpunt) is het standpunt van waaruit de verteller de gebeurtenissen vertelt. Soms is de verteller een onderdeel van het verhaal, soms niet.

2.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Er zijn twee soorten _.

De belevende ik-verteller neemt deel aan de actie in het verhaal en beschrijft de gebeurtenissen op het moment dat ze plaatsvinden. Als lezer weet je niet meer dan wat de ik-persoon op dat moment weet, denkt of voelt. De vertellende ik-verteller heeft deelgenomen aan de actie of is daarvan getuige geweest. De ik-persoon beschrijft de gebeurtenissen (met gedachten en gevoelens) nadat ze hebben plaatsgevonden (in terugblik).

3.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

De _ neemt deel aan de actie in het verhaal en beschrijft de gebeurtenissen op het moment dat ze plaatsvinden. Als lezer weet je niet meer dan wat de ik-persoon op dat moment weet, denkt of voelt.

4.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

De _ heeft deelgenomen aan de actie of is daarvan getuige geweest. De ik-persoon beschrijft de gebeurtenissen (met gedachten en gevoelens) nadat ze hebben plaatsgevonden (in terugblik).

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Bij een _ volg je een hij-personage, een zij-personage of een non-binair personage en worden de gebeurtenissen rechtstreeks aan de lezer gepresenteerd via dat ene personage. Het lijkt alsof het verhaal zichzelf vertelt, alsof er geen verteller aanwezig is. De lezer heeft direct toegang tot de gedachten en gevoelens van het ene personage. Vooruitlopen in de tijd is onmogelijk: het personage weet niet wat er verder zal gebeuren.

6.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

In een _ staat de verteller buiten het verhaal. Hij neemt zelf niet deel als personage, maar weet wel alles en kent de personages door en door. Hij geeft soms commentaar op de gebeurtenissen en kan zelfs handelingen in de toekomst voorspellen. De verteller weet wat er op verschillende plaatsen tegelijk gebeurt. Hij is op de hoogte van de gedachten en gevoelens van meer dan één personage. Hij richt zich soms rechtstreeks tot de lezer.

7.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

In heel wat verhalen kiest de verteller voor een _. Soms zie je de gebeurtenissen door de ogen van een personage, wat later volg je het verhaal vanuit een ander personage. Het perspectief wisselt. De verschillende vertellers geven dan hun kijk op de gebeurtenissen.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?