Woordenschat Thema 1

Wat betekent de loterij?

• Een spel waarbij je een lot koopt en je kans maakt op een prijs

• Een organisatie waarbij je een lot koopt en je kans maakt op een prijs.

• Een sponserclub waarbij je een lot koopt en je kans maakt op een prijs

Wat betekent de rommelmarkt?

• Markt waar oude, tweedehands spullen verkocht worden

• Markt waar nieuwe spullen verkocht worden

• Markt waar oude, nieuwe en tweedehands spullen verkocht worden

Wat betekent de opbrengst?

• Het geld dat je ermee krijgt.

  bijv: De opbrengst van de actie was maar liefst duizend euro.

• De opzet dat je ermee krijgt.

  bijv: De opbrengst van de opzet was maar liefst duizend euro.

• Het resultaat dat je ermee krijgt.

  bijv: De opbrengst van het resultaat was maar liefst duizend euro.

Wat betekent over de brug komen?

• Toegeven aan wat iemand van je wilt hebben. bijv: geld uitgeven

• Iemand helpen.

• Ervoor zorgen dat je meedoet.

Wat betekent collecteren?

• Geld ophalen bij mensen voor een goed doel.

• Geld verdienen door te werken.

• Geld bij de bank lenen.

Wat betekent de actiegroep?

• Groep die actie voert voor of tegen en bepaald doel.

• Groep die hard werkt voor een goed doel.

• Groep die hulp vraagt voor andere mensen.

Wat betekent respecteren?

• Veel waardering voor iets of iemand hebben.

• Veel liefde hebben voor iets of iemand.

• Veel doen voor iets of iemand hebben.

Wat betekent circa?

• Ongeveer

• Precies

• Slechts

Wat betekent ter plekke?

• Op die plaats

• ver weg

• dichtbij

Wat betekent de rede?

• Een toespraak

• Het detail

• Het argument