Twee winkeliers hebben een meningsverschil. Meubelzaak Meubeltje verkoopt kasten voor € 150. Meubelzaak Meubilair verkoopt dezelfde kasten voor € 120. Meubilair zegt: "Jullie zijn 25% duurder dan wij." Maar Meubeltje antwoordt: "O ja? Jullie zijn 20% goedkoper dan wij."

Eigen vaardigheid college 3

Quiz
•
Mathematics
•
1st Grade
•
Hard
Carmen Sijbesma
Used 3+ times
FREE Resource
5 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
3 mins • 1 pt
Meubelzaak Meubeltje
Meubelzaak Meubilair
Geen van beide
Beide
Answer explanation
Als je €150,- als 100% stelt is de kast van meubelzaak Meubilair €30,- goedkoper. €30,- is 20% van 150. Dus heeft Meubeltje gelijk.
Als je €120,- als 100% stelt is de kast van meubelzaak Meubeltje €30,- duurder. €30,- is 25% van 120. Meubilair heeft dus ook gelijk. Dit verschijnsel noemen we procenten-asymmetrie.
Antwoord: D
2.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
45 sec • 1 pt
Welk model is het meest geschikt om deze opgave uit te leggen?
het groepjesmodel
de dubbele getallenlijn
het cirkelmodel
het rechthoekmodel
3.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
3 mins • 1 pt
Hoeveel ballen moet Kees dan minstens pakken om er zeker van te zijn dat hij twee ballen van dezelfde kleur heeft gepakt?
5
6
10
12
Answer explanation
Antwoord: B
Als je 5 ballen pak kan hij 5 verschillende kleuren pakken (bijvoorbeeld r, b, w, g, z). En dat wil hij niet.
Dus als hij 6 ballen pakt, dan kan hij 5 verschillende pakken (r, b, w, g, z) en dan moet hij er nog één pakken, dat kunnen de volgende kleuren zijn: r, b, w, g, z. Hij zal dus altijd 2 dezelfde kleuren pakken.
4.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
3 mins • 1 pt
Sven en Amir gaan tegen elkaar harlopen. Omdat Amir 9/8 keer zo snel loopt als Sven, begint Amir met een halve ronde achterstand. Ze starten gelijktijdig.
Hoeveel ronden heeft Sven gelopen als Amir hem voor de eerste keer inhaalt?
4
6
8
9
72
Answer explanation
Antwoord: A = 4
Per ronde haalt Amir 1/8 in (9/8 – 8/8 = 1/8) op Sven.
Een halve ronde = ? × 1/8
4 x 1/8 = ½ rond
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
3 mins • 1 pt
Schilder A kan een huis in vijf uur geheel schilderen, schilder B kan dit in vier uur. Welk deel van het huis kunnen beide schilders samen in twee uur schilderen?
1/2e deel
4/5e deel
9/10e deel
2/9e deel
Answer explanation
Stel, beide schilders worden 20 uur aan het werk gezet (kies een getal deelbaar door 4 en 5).
Schilder A zou dan 4 × het hele huis kunnen doen (20 : 5 = 4).
Schilder B zou dan 5 × het hele huis doen (20 : 4 = 5).
Samen zouden ze dan dus 9 × het huis schilderen.
Ze worden echter 2 uur aan het werk gezet, dat maakt dat ze in die tijd 9/10 deel van het huis kunnen schilderen.
20 uur = 9 keer huis schilderen
2 uur = 9 : 10 = 9/10e deel
Similar Resources on Quizizz
10 questions
Breuken en getallen basis 1

Quiz
•
1st Grade
9 questions
Tijdseenheden

Quiz
•
1st Grade
10 questions
Formules

Quiz
•
1st Grade
9 questions
Herhaling - centrummaten

Quiz
•
1st Grade
10 questions
ADDITION (PROBLEM SOLVING)

Quiz
•
KG - 1st Grade
10 questions
Leren leren

Quiz
•
KG - 1st Grade
10 questions
H3.1 - Plaats bepalen

Quiz
•
1st Grade
10 questions
1A les verbes en -ir (type sortir)

Quiz
•
KG - 5th Grade
Popular Resources on Quizizz
15 questions
Multiplication Facts

Quiz
•
4th Grade
25 questions
SS Combined Advisory Quiz

Quiz
•
6th - 8th Grade
40 questions
Week 4 Student In Class Practice Set

Quiz
•
9th - 12th Grade
40 questions
SOL: ILE DNA Tech, Gen, Evol 2025

Quiz
•
9th - 12th Grade
20 questions
NC Universities (R2H)

Quiz
•
9th - 12th Grade
15 questions
June Review Quiz

Quiz
•
Professional Development
20 questions
Congruent and Similar Triangles

Quiz
•
8th Grade
25 questions
Triangle Inequalities

Quiz
•
10th - 12th Grade