SO 3.4 Biologie het dierenrijk

1 a . Wat is een uitwendig skelet?

b. Wat is een inwendig skelet?

2. Geef het juister antwoord voor a,b en c.

a. als het dier in twee gelijke helften te verdelen is, noemen we het niet- symmetrisch / tweezijdig symmetrisch / veelzijdig symmetrisch

b. als het dier niet in gelijke helften te verdelen is, noemen we het niet- symmetrisch / tweezijdig symmetrisch / veelzijdig symmetrisch

c. als het dier in meerdere gelijke helften te verdelen is, noemen we het niet-symmetrisch / tweezijdig symmetrisch / veelzijdig symmetrisch

3. Geef de juiste antwoorden voor de VETGEDRUKTE WOORDEN.

a Holtedieren SKELET - SYMMETRIE - VOORBEELD

b Weekdieren SKELET - SYMMETRIE - VOORBEELD

c Gewervelden SKELET - SYMMETRIE - VOORBEELD

4a. Wat zijn warmbloedige dieren?

b. Wat zijn koudbloedige dieren?

c. Zoogdieren zijn levendbarend. Wat betekent dat?

Geef aan voor elke klassen van het dierenrijk:

MILIEU (land/lucht of water)

HUIDBEDEKKING (schubben/droge schubben/slijm/veren of haren)

LICHAAMSTEMPERATUUR (warm of koud)

VOORTPLANTING (eieren of levendbarend)

VOORBEELD per klassen

Zoogdieren

Vogels

Vissen

Reptielen

Amfibieën