Quick Idioms Practice

measures

• maatregelen

• maten

• meten

• meet

due to

• wegens

• daarom

• want

• daarvoor

evidence

• bewijs

• misdaad

• zaak

• document

to characterise

• typeren

• karikatuur

• betekenen

• tekenen

indifferent

• onverschillig

• verontwaardigd

• hetzelfde

• verschillend

to accuse

• beschuldigen

• verzinnen

• verdedigen

• aannemen

aim

• doel

• richten

• aandacht

• helpen

to concede

• toegeven

• aan de kant gaan

• vragen

• overwegen

ignorance

• onwetendheid

• negeren

• onbekendheid

• berucht zijn

to exaggerate

• overdrijven

• precies weten

• inschatten

• onderschatten