Zinsleer

WWG of NWG: Ik ben vandaag zeer blij.

• WWG : ben

• NWG : ben

• NWG : ben + zeer blij

• NWG : ben + vandaag zeer blij

Wat is mijn pv?

Waar zullen ze de dieren onderbrengen?

• zullen

• onderbrengen

Dit wist je vast niet!

Wat is het onderwerp?

• dit

• je

• wist

• niet

Wat is hier het volledige WWG?

Tinneke heeft gisteren gevoetbald met de meisjes.

• heeft

• gevoetbald

• heeft gevoetbald

Is het een WWG of NWG ?

Alle ribben zijn van de ruggengraat losgemaakt.

• WWG

• NWG

Wat is het onderwerp en de pv? (Let op de volgorde)

Twee voorwerpen waren duidelijk te zien.

• Twee voorwerpen

• Twee voorwerpen waren te zien

• waren twee voorwerpen

• Twee voorwerpen waren

NWG of WWG?

Een operatie leek onvermijdelijk.

• NWG : leek

• WWG : leek

• NWG : leek onvermijdelijk

• WWG : een operatie leek

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Bij de afdaling van een berg ontdekten toeristen een gletsjerlijk.

• toeristen

• bij de afdaling

• bij de afdaling van een berg

• een gletsjerlijk

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Ik vertel mijn ouders elke dag een leugen.

• een leugen

• elke dag

• mijn ouders

• ik

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Anne is een lieve dame.

• Anne

• Een lieve dame

• Geen LV mogelijk