Word order English place and time

Ik ben gisteren naar de bioscoop in Amersfoort geweest

• I went to the cinema in Amersfoort yesterday.

• I went yesterday to the cinema in Amersfoort.

• In Amersfoort I went to the cinema yesterday.

• I went in Amersfoort to the cinema yesterdat

Tags

CCSS.L.3.1D

CCSS.L.4.1B

CCSS.L.5.1.B-D

CCSS.L.5.1C

CCSS.L.5.1D

Mijn ouders gaan dit weekend naar Parijs.

• My parents are this weekend going to Paris.

• My parents are going this weekend to Paris.

• My parents are going to Paris this weekend.

• My parents are to Paris going this weekend.

Tags

CCSS.L.3.1E

CCSS.L.4.1B

CCSS.L.5.1.B-D

CCSS.L.5.1C

CCSS.L.5.1D

Dane wil je morgen helpen met je huiswerk op school.

• Dane wants to help you with your homework tomorrow at school.

• Dane wants you tomorrow help with your homework at school.

• Dane wants to help you at school tomorrow with your homework.

• Dane wants to help you with your homework at school tomorrow.

Tags

CCSS.L.3.2C

CCSS.L.4.2B

CCSS.L.6.3A

CCSS.L.8.1C

De regel die ik moet onthouden is:

• Plaats en tijd komen achteraan in de zin.

• Tijd en plaats komen achteraan in de zin

• Plaats en tijd komen vooraan in de zin

• Tijd en plaats komen vooraan in de zin.

Tags

CCSS.L.3.1E

CCSS.L.4.1B

CCSS.L.5.1.B-D

CCSS.L.5.1C

CCSS.L.5.1D

Wat is de tijd in deze zin? "I will see you there tomorrow."

• tomorrow

• you

• see

• there

Tags

CCSS.L.11-12.3A

CCSS.L.5.1.B-D

CCSS.L.5.1B

CCSS.L.5.1C

CCSS.L.5.1D

Soms mag de tijd ook vooraan, maar alleen ....

• als het om de verleden tijd gaat

• als je extra nadruk wil leggen op de tijd

• als er geen plaats in de zin staat

Tags

CCSS.L.11-12.3A

CCSS.L.5.1.B-D

CCSS.L.5.1B

CCSS.L.5.1C

CCSS.L.5.1D