Future Will

Kies de juiste zin waarin gebruik gemaakt wordt van de juiste vorm van de toekomst. Will + ww

I ________ (to go) to the park tomorrow.

• I should go to the park tomorrow.

• I can go to the park tomorrow.

• I will go to the park tomorrow.

• I might go to the park tomorrow.

Kies de juiste werkwoorden waarin gebruik gemaakt wordt van de juiste vorm van de toekomst. Will + ww

She ________ (not - to attend) the meeting.

• won't attend

• wouldn't attend

• shall not attend

• cannot attend

Kies de juiste zin waarin gebruik gemaakt wordt van de juiste vorm van de toekomst. Will + ww

___________________ (you - to help) me with my homework?

• Did you help me with my homework?

• Would you help me with my homework?

• Can you help me with my homework?

• Will you help me with my homework?

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

They ________ (to visit) their grandparents next weekend.

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

He ________ (not - to be) late for the movie.

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

________ she ________(to come) to the party with us?

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

We ________ (to have) a picnic in the park.

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

The team ________ (to win) the championship.

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

________ you ________ (to be) at the game tomorrow?

Vul de juiste vorm in van de toekomst. Gebruik hierbij Will + ww.

I ________ (not - to forget) to bring my umbrella.