werkwoordspelling

werkwoordspelling

1st - 2nd Grade

19 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Tiptoets 2 Tegenwoordige tijd enkelvoud

Tiptoets 2 Tegenwoordige tijd enkelvoud

1st - 4th Grade

20 Qs

Woordenschat en spelling 2de leerjaar - DEEL 1

Woordenschat en spelling 2de leerjaar - DEEL 1

2nd Grade

15 Qs

Les 1 werkwoordspelling

Les 1 werkwoordspelling

1st - 12th Grade

18 Qs

Grammaticaproject 5 (Klas 3) diagnostische toets

Grammaticaproject 5 (Klas 3) diagnostische toets

1st - 3rd Grade

22 Qs

4K Spelling

4K Spelling

1st - 12th Grade

20 Qs

E1: Grammatica en spelling

E1: Grammatica en spelling

KG - University

21 Qs

Werkwoordspelling - herhaling

Werkwoordspelling - herhaling

2nd - 3rd Grade

20 Qs

Verwijswoorden

Verwijswoorden

2nd Grade

18 Qs

werkwoordspelling

werkwoordspelling

Assessment

Quiz

Other

1st - 2nd Grade

Hard

Used 24+ times

FREE Resource

19 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in (PVTT).Je broer (vermijden) ........... eten.
vermijd
vermeed
vermijt
vermijdt

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in (PVTT).(braden) .............. jij alvast de hamburgers?
braai
braadt
braad
berad

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in (PVTT).Het (gebeuren) .......... zelden dat jij je mond houdt.
gebeurd
gebeurt
gebeurdt
gebeurde

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in (PVTT).De arts (verbinden) ............ zijn knie.
verbindt
verbint
verbond
verbind

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in (PVTT).Zijn baas (communiceren) ......... niet erg duidelijk.
communiceerd
communiceerdt
communiceert
communiceertt

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul de persoonsvorm verleden tijd in (PVVT).De smaak (verrassen) ..... me heel erg.
verraste
verraste
verrastte
verrasste

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Vul het juiste voltooid deelwoord (VD) of tegenwoordig deelwoord (TD) in.Wij zijn (verhuizen) .... naar Amsterdam.
verhuist
verhuisd
verhuizt
verhuizd

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?