Overheidsfinanciering

Overheidsfinanciering

11th - 12th Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Levensloop

Levensloop

11th - 12th Grade

6 Qs

Conflicthantering

Conflicthantering

11th - 12th Grade

7 Qs

APB 22-3-2016

APB 22-3-2016

KG - University

5 Qs

Terugblik op les 2 van ELK-3

Terugblik op les 2 van ELK-3

KG - Professional Development

4 Qs

Parent night Science Spanish

Parent night Science Spanish

KG - University

5 Qs

Overheidsfinanciering

Overheidsfinanciering

Assessment

Quiz

Other Sciences

11th - 12th Grade

Hard

Created by

M Nicolai

Used 18+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over de nominale en reële omvang van de staatsschuld.

I. Bij een financieringsoverschot neemt de nominale waarde van de staatsschuld af.

II. Door inflatie neemt de reële waarde van de staatsschuld toe.

Welk bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over de inkomsten en uitgaven van de overheid.

I. Importbelasting is een vorm van indirecte belasting.

II. Boetes zijn directe belastingen.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image
Welke inkomstenpost in dit voorbeeld is geen vorm van directe belastingen? 
Inkomstenbelasting
Omzetbelasting
Vennootschapsbelasting

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke uitspraak beschrijft de ontwikkeling van de staatsschuld in het volgende voorbeeld?

Een toename van 20,5 miljard.

Een afname van 20,5 miljard.

Een toename van 3,9 miljard.

Een afname van 3,9 miljard.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over het financieringssaldo van de overheid.

I. Bij een financieringstekort is er sprake van een uitgestelde belastingheffing.

II. Er bestaat een positief verband tussen de aflossingen op de staatsschuld en het financieringssaldo van de overheid.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

De bijgevoegde afbeelding toont de ontwikkeling van de EMU-saldi tussen 2011 en 2017. In 2018 blijft het bbp gelijk en is er sprake van een financieringstekort. Over 2018 worden twee beweringen gedaan.

I. De overheidsschuld als percentage van het bbp neemt toe.

II. Het begrotingssaldo als percentage van het bbp is negatief.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

Discover more resources for Other Sciences