Taaldenken thema 3

Welk woord in de volgende zin is een bijvoeglijk naamwoord?

Ik woon in een buitengewoon paleis.

• woon

• buitengewoon

• paleis

• een

Welke woorden in de volgende zin zijn bijvoeglijke naamwoorden?

In de enorme hal ligt een zacht tapijt.

• enorme

• hal

• ligt

• zacht

• tapijt

Welke woorden in de volgende zin zijn bijvoeglijke naamwoorden?

In de enorme hal ligt een zacht tapijt.

• enorme

• hal

• ligt

• zacht

• tapijt

Welke woorden in de volgende zin zijn bijvoeglijke naamwoorden?

In de tuin groeien tropische planten en lopen wilde dieren.

• tuin

• dieren

• tropische

• wilde

• planten

Welke bijvoeglijke naamwoorden passen in de zin?

In mijn ....................... kamer hangen ................... schilderijen.

• peperdure

• sterke

• snelle

• prachtige

Welke bijvoeglijke naamwoorden passen het beste in de zin?

In de ............................. garage staan ................................... auto´s.

• lauwe

• donzige

• supersnelle

• prachtige

Duid de ontbrekende trap van vergelijking aan.

nieuw - nieuwer - ..............

• nieuwst

• nieuwe

• nieuwste

• nieuwer

Duid de ontbrekende trap van vergelijking aan.

........ - jonger - jongst

• jonge

• jongere

• jongsten

• jong

Welke trap van vergelijking is juist?

• licht

  lichter

  lichterder

• lichte

  lichter

  lichtst

• licht

  lichter

  lichtst

• licht

  lichtere

  lichtste

Welke trap van vergelijking is juist?

• tof

  toffer

  tofst

• tof

  toffe

  toffere

• tof

  toffer

  tofsten

• toffe

  toffer

  tofst