Klas 3 Periode 2.1 Woordenlijst 3

le vétérinaire =

le boulanger =

la coiffeuse =

le peintre =

le pompier =

Welke vertaling hoort bij het Franse woord?

• de bandieten

• les plats

• de dieren

• les malades

• de haren

• les bandits

• de zieken

• les cheveux

• de gerechten

• les animaux

Welke vertaling hoort bij het Franse woord?

• het vlees

• l'école

• het vuur

• le feu

• brood

• du pain

• les

• la viande

• de school

• des cours

Welke vertaling hoort bij het Franse woord? Il...... Hij.....

• bestuurt

• arrête

• verzorgt

• conduit

• knipt

• coupe

• schildert

• peint

• arresteert

• soigne

Welke vertaling hoort bij het Franse woord? Il...... Hij.....

• verkoopt

• fabrique

• maakt

• vend

• blust

• joue

• speelt

• pilote

• bestuurt

• éteint

Welke vertaling hoort bij het Franse woord?

• vliegtuigen

• des avions

• huizen

• des fleurs

• bloemen

• des maisons

• auto's

• des tableaux

• schilderijen

• des voitures