Persoonswoorden (2)

Persoonswoorden (2)

1st - 5th Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

1 kgt - Theme 5

1 kgt - Theme 5

3rd Grade

10 Qs

Révision des verbes irréguliers (étape 1)

Révision des verbes irréguliers (étape 1)

2nd Grade

8 Qs

Bart moet Engels leren :)

Bart moet Engels leren :)

1st - 3rd Grade

10 Qs

degrees of comparison

degrees of comparison

3rd Grade

10 Qs

english food words

english food words

1st - 5th Grade

10 Qs

quiz 23 sept

quiz 23 sept

1st Grade

10 Qs

spelling en woorden 3M

spelling en woorden 3M

2nd Grade

11 Qs

"Wonder" Reading Quiz

"Wonder" Reading Quiz

5th Grade

10 Qs

Persoonswoorden (2)

Persoonswoorden (2)

Assessment

Quiz

English

1st - 5th Grade

Medium

Created by

Hanne Jochems

Used 1+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Joe en Jack wonen in Antwerpen. ___komen met de trein naar Lier.

jullie

zij

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Jack woont dichtbij het station. ___is snel thuis.

jullie

hij

wij

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Moussa en ik werken samen. ____hebben al 2 oefeningen gemaakt.

wij

jullie

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(Aan een vriend): Kom_____ook naar het feest?

jij

zij

hij

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(Aan Jack en Joe): Jack en Joe, ______mogen vertrekken!

zij

jullie

wij

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Meneer, weet__waar het station is?

jij

u