3.7 grammatica 1 b/k

Wat is de pv in de volgende zin?

De politie nam de inbreker mee naar het bureau.

• De politie

• nam

• de inbreker

• het bureau

Wat is de pv in de volgende zin?

Mijn broertje ruimt nooit zijn spullen op.

• Mijn broertje

• ruimt

• zijn spullen

• ruimt op

Wat is de pv in de volgende zin?

Mijn nicht heeft een verrassingsreis geboekt.

Wat is de pv in de volgende zin?

Ik ben het pionnetje van het bordspel kwijtgeraakt.

Wat is het wg in de volgende zin?

Mijn moeder maakt een pan met soep klaar.

• Mijn moeder

• maakt

• een pan met soep

• maakt klaar

Wat is het wg in de volgende zin?

Mijn oom wil een auto voor zeven personen kopen.

• wil kopen

• wil

• kopen

• zeven personen

Wat is het wg in de volgende zin?

De bakker heeft de broden alsnog kunnen verkopen.

Wat is het wg in de volgende zin?

Mijn broertje ruimt nooit zijn spullen op.

Wat is het wg in de volgende zin?

Mijn moeder heeft de auto op slot gedaan.

Wat is het wg in de volgende zin?

Wij hebben echt genoten van het concert gisteren.