Herhaling Ordening 1t/m 3

In de afbeelding zie je een dier. Tot welk rijk, welke stam en welke klasse behoort dit organisme?

• Rijk: dieren, Stam: geleedpotigen en Klasse: insecten

• Rijk: dieren, Stam gewervelden en Klasse: zoogdieren

• Rijk: dieren, Stam: gewervelden en Klasse: insecten

• Rijk: dieren, Stam: geleedpotigen en Klasse: kreeftachtigen

Welk dier is niet-symetrisch?

• Kwal

• Slak

• Gele buis spons

• Zee-egel

In de afbeelding zie je een dier. Wat voor skelet heeft dit dier?

• Een inwendig skelet.

• Een uitwendig skelet.

• Geen skelet.

Dieren hebben celwanden om de cellen

• Juist

• Onjuist

Een kokkel (zie afbeelding) hoort tot de weekdieren

• Juist

• Onjuist

Tot welke groep van het dierenrijk behoort dit dier?

• Neteldieren

• Stekelhuidigen

• Geleedpotigen

• Weekdieren

Wat is de meest volledige definitie van een soort?

• Een groep organismen die zich onderling kan voortplanten

• Een groep organismen die te verdelen is in een aantal kleinere groepen

• Een groep organismen die voor vruchtbare nakomelingen kan zorgen

• Een groep organismen die grote gelijkenis vertonen

Op basis van welke kenmerken worden de vier grote groepen ingedeeld?

• celkern, cytoplasma, celwand
• celkern, cytoplasma, celmembraan
• celkern, celwand, bladgroenkorrels
• celkern, bladgroenkorrels, cytoplasma

Een plant gebruikt zijn bladeren om de volgende stof op te nemen uit de lucht:

• zuurstof (O2)

• koolstofdioxide (CO2)

• water (H2O)

• Glucose

De kruisspin in de afbeelding is veelzijdig symmetrisch

• waar

• niet waar