herhaling

herhaling

1st - 5th Grade

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Groove Me Song 7 Lesson 2

Groove Me Song 7 Lesson 2

5th Grade

11 Qs

7c

7c

1st - 10th Grade

10 Qs

Test your knowledge

Test your knowledge

1st - 3rd Grade

10 Qs

haaien

haaien

3rd Grade

11 Qs

groove.me oefenen song 4

groove.me oefenen song 4

1st - 5th Grade

10 Qs

The green knight (part 3/4)

The green knight (part 3/4)

KG - 3rd Grade

12 Qs

1 kgt - Theme 4

1 kgt - Theme 4

3rd - 4th Grade

12 Qs

Past tense, + questions and negations

Past tense, + questions and negations

1st Grade

10 Qs

herhaling

herhaling

Assessment

Quiz

English

1st - 5th Grade

Easy

Created by

Cat Frida

Used 1+ times

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Hij heeft een tas

Zij heeft een boek

Hij is een tas

Wij hebben een kat

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Zij is een kat

Zij heeft een kat

Hij drinkt een kat

Wij hebben een vogel

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Hij is een boek

Hij is een tas

Zij heeft een boek

Hij heeft een boek

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Zij heeft een lunchtrommel

Hij heeft een lunchtrommel

Zij heeft een hond

Wij hebben twee vogels

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Hij is een vogel

Hij heeft een vogel

Wij hebben een lunchtrommel

Zij heeft een vogel

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Zij heeft een waterfles

Zij is een waterfles

Hij heeft een vis

Zij heeft een tijger

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Hij heeft een zij

Hij heeft een tas

Hij heeft een schrift

Wij hebben een schrift

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Zij is een hond

Zij heeft een hond

Zij heeft een kat

Hij heeft een hond

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is correct?

Zij heeft een vis

Zij is een vis

Hij heeft een vis

Zij heeft een vogel