Grammatica Kapitel 3 Klasse!

Grammatica Kapitel 3 Klasse!

10th Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

MINDSET

MINDSET

KG - University

10 Qs

Woordenschat H1 klas 2

Woordenschat H1 klas 2

KG - 12th Grade

13 Qs

Elasticiteit; wat kan ik ermee (2)

Elasticiteit; wat kan ik ermee (2)

10th - 11th Grade

10 Qs

AI - een inleiding

AI - een inleiding

9th - 12th Grade

10 Qs

Persoonlijke voornaamwoorden / Personalpronomen

Persoonlijke voornaamwoorden / Personalpronomen

9th - 11th Grade

14 Qs

De balans

De balans

1st - 10th Grade

10 Qs

Vragen H1 MFA2

Vragen H1 MFA2

1st - 10th Grade

11 Qs

Grote Pius X-klassiekenquiz

Grote Pius X-klassiekenquiz

KG - 12th Grade

10 Qs

Grammatica Kapitel 3 Klasse!

Grammatica Kapitel 3 Klasse!

Assessment

Quiz

Other

10th Grade

Hard

Created by

cvr6m99rp8 apple_user

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

"mögen" betekent in het Nederlands

mogen

leuk vinden, lusten

moeten

kunnen

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

"sollen + müssen" betekenen allebei moeten in het Nederlands. In welke situatie gebruik je "sollen" en niet "müssen"

als je naar toilet moet

als iets moet, omdat iemand anders wil dat het gebeurt

als iets moet, omdat het gewoon zo is en niet anders kan

geen van deze opties

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke van deze vervoegingen van het werkwoord "wissen" is juist?

ich wisse

du weißt

er/sie/es weiß

ich weiß

du weißest

er/sie/es weiß

ich wisse

du wissest

er/sie/es wisst

ich weiß

du weißt

er/sie/es weiß

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

welke van deze beweringen m.b.t. deze hulpwerkwoorden kloppen?

in de meervoud (wir/ihr/sie/Sie) zijn deze hww regelmatig

"sollen" betekent zullen in het Nederlands

in de enkelvoud (ich/du/er/sie/es) zijn deze hww regelmatig

bij "sollen" verandert de stamklinker

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke bewering klopt m.b.t. de werkwoorden fahren, schlafen & lassen?

de "a" in de enkel- en meervoud verandert in een "ä"

de "a" in de enkelvoud verandert in een "i(e)"

de "a" in de enkelvoud verandert in een "ä"

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

welke bewering klopt m.b.t. de werkwoorden: sehen, lesen, sprechen, essen, vergessen?

ich sehe, du sehst, er/sie/es seht is goed vervoegd

de "e" verandert bij "du+er/sie/es" in een "i" of "ie"

ich esse, du iesst, er/sie/es iesst is goed vervoegd

de "e" verandert bij "du+er/sie/es" altijd in een "i"

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • Ungraded

Ik kan de grammatica voor deze werkwoorden nu toepassen bij een schrijf- of spreekopdracht.

klopt helemaal

klopt deels

klopt niet

klopt helemaal niet

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?