Werkwoordspelling pv's

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Ik zag dat de verdachte een lepel (oprapen).

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Ik hoorde dat de man riep: "... (houden) je bek, trut!"

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Ik weet niet wat je ... (willen)

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Op maandag 3 april 2023 …. (plaatsen) ik mijn fiets voor de ingang van de Albert Hein.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

De rechter heeft de verdachte tot 12 jaar cel … (veroordelen).

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Ik … (chatten) gisteravond de hele avond met hem.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

De man …. ( mishandelen) de jongen.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

De man riep: “Ik heb de jongen niet …. ( mishandelen)!”

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Het slachtoffer ... (vermoeden) dat de verdachte hem een elleboog gaf.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Ik hoorde dat hij zei: "Zoals u het omschrijft, ... (gebeuren) het niet."