Formatief H6 alle paragrafen 2 mavo
Quiz
•
Mathematics
•
1st Grade
•
Hard
Astrid Struik
Used 8+ times
FREE Resource
9 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE SELECT QUESTION
45 sec • 1 pt
Welke uitspraken kloppen als het gaat om een VERGROTING?
Bij een vergroting blijven de hoeken even groot
Bij een vergroting vermenigvuldig je alle lengtematen met dezelfde factor
Bij een vergroting vermenigvuldig je de lengte, de hoeken, de oppervlakte met dezelfde factor
Geen van deze klopt
Bij een vergroting wordt alles dezelfde factor groter
2.
MULTIPLE SELECT QUESTION
45 sec • 1 pt
Welke uitspraken kloppen?
Een vermenigvuldigings-factor en een factor zijn twee verschillende woorden voor hetzelfde
Het getal waarmee je alle lengtematen vermenigvuldigd noem je een factor
Het getal waarmee je alle lengtematen vermenigvuldigd noem je een vermenigvuldigings-factor
Geen van deze is waar
3.
DRAG AND DROP QUESTION
1 min • 1 pt
Elise heeft een foto gemaakt. Ze wil deze foto vergroten. De vergrotingsfactor is 2. Wat wordt de nieuwe breedte van de foto? Zet de berekening in de goede volgorde.
(a) (b) (c) (d) (e)
4.
FILL IN THE BLANK QUESTION
1 min • 1 pt
Bereken de factor. Schrijf op wat je uitrekent. Dus niet alleen de uitkomst. Schrijf niet in tekst, alleen getallen en bewerkingen (voorbeeld 4 : 12 = 1/3)
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Bord B is een vergroting van bord A. Welk bord is het origineel en welk bord is het beeld?
A is het beeld en B het origineel
A is het origineel en B het beeld
A en B kunnen beiden origineel en beeld zijn
ik heb echt geen idee
6.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Wat is de vergrotingsfactor?
70 : 42 = 1,666...
76 : 42 = 1,809...
42 : 70 = 0,6
42 : 76 = 0,552...
Ik heb geen idee
7.
MULTIPLE SELECT QUESTION
45 sec • 1 pt
Wat betekent het als een model op schaal 1: 20 is gemaakt? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
Dat het model 20 keer zo groot is
Dat het model 20 keer zo klein is
Dat het origineel 20 keer zo groot is
Dat het origineel 20 keer zo klein is
Ik heb geen idee
8.
MULTIPLE SELECT QUESTION
45 sec • 1 pt
Floor gaat een kast timmeren. De kast wordt 2,1 m hoog en 1,5 m breed. Ze maakt een tekening op schaal 1 : 30. wat is de hoogte en de breedte op haar tekening. Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
0,07 m x 0,05m
7 cm x 5 cm
70 cm x 50 cm
ik heb geen idee
70 mm x 50 mm
9.
DROPDOWN QUESTION
1 min • 1 pt
B is een vergroting van A. Wat is de schaal bij de afbeelding hiernaast? Er is maar 1 antwoord goed. (a)
Similar Resources on Wayground
12 questions
Juni groep 7
Quiz
•
1st - 5th Grade
7 questions
Herhaling H6 1B
Quiz
•
1st Grade
6 questions
Vorms
Quiz
•
1st Grade
5 questions
Procentberekening
Quiz
•
1st - 4th Grade
10 questions
Handige percentages en verhoudingstabel
Quiz
•
1st Grade
8 questions
Breuken
Quiz
•
1st Grade
8 questions
Breuken vergelijken
Quiz
•
1st - 5th Grade
10 questions
Recht, scherp en stomp
Quiz
•
1st Grade
Popular Resources on Wayground
20 questions
Brand Labels
Quiz
•
5th - 12th Grade
10 questions
Ice Breaker Trivia: Food from Around the World
Quiz
•
3rd - 12th Grade
25 questions
Multiplication Facts
Quiz
•
5th Grade
20 questions
ELA Advisory Review
Quiz
•
7th Grade
15 questions
Subtracting Integers
Quiz
•
7th Grade
22 questions
Adding Integers
Quiz
•
6th Grade
10 questions
Multiplication and Division Unknowns
Quiz
•
3rd Grade
10 questions
Exploring Digital Citizenship Essentials
Interactive video
•
6th - 10th Grade
Discover more resources for Mathematics
20 questions
addition
Quiz
•
1st - 3rd Grade
20 questions
Place Value
Quiz
•
KG - 3rd Grade
15 questions
Addition and Subtraction
Quiz
•
1st Grade
24 questions
Addition
Quiz
•
1st Grade
15 questions
Addition and Subtraction Facts
Quiz
•
1st - 2nd Grade
15 questions
Greater than, less than, equal to
Quiz
•
1st - 2nd Grade
10 questions
Exploring the American Revolution
Interactive video
•
1st - 5th Grade
15 questions
Addition to 10
Quiz
•
1st Grade