werkwoordspelling formative

werkwoordspelling formative

7th Grade

16 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Woordenschat Thema 4 Persoonsbeschrijving

Woordenschat Thema 4 Persoonsbeschrijving

6th - 8th Grade

20 Qs

werkwoordspelling - regels en oefenen t.t.

werkwoordspelling - regels en oefenen t.t.

7th Grade

12 Qs

Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden en tekstverbanden

KG - Professional Development

20 Qs

NN2V SO gramm H4&H5

NN2V SO gramm H4&H5

1st - 10th Grade

15 Qs

Vidi adspectus 13

Vidi adspectus 13

7th Grade

12 Qs

Wat herinner jij je van Boy 7, hoofdstuk 1-8?

Wat herinner jij je van Boy 7, hoofdstuk 1-8?

6th - 8th Grade

17 Qs

Woordenschat gr 6 thema 4

Woordenschat gr 6 thema 4

1st - 12th Grade

12 Qs

Oefenen voor de taaltoets thema 3

Oefenen voor de taaltoets thema 3

1st - 12th Grade

19 Qs

werkwoordspelling formative

werkwoordspelling formative

Assessment

Quiz

World Languages

7th Grade

Medium

Created by

Maaike Bouwkamp

Used 5+ times

FREE Resource

16 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Bas _____________ diep toen hij hoorde dat hij was blijven zitten.

zuchten

zucht

zuchte

zuchtte

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Hij deed er alles aan om te zorgen dat het kind goed zou worden _____________.

beschermen

beschermt

beschermd

beschermde

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Hij ____________ de pakjes per koerier.

verzent

verzendt

verzonden

verzenden

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Dat stukje weiland was helemaal ________ door de brand.

verschroeien

verschroeit

verschroeid

geverschroeid

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Toen we op vakantie gingen, __________ we ons op lekker luieren en lekker eten.

richtten

richten

gericht

richtte

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Omdat we wilden weten waar mijn broer zijn snoep bewaarde, ___________ we hem de hele tijd.

bespieden

bespiedt

bespiedden

bespiedde

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Hij ________ je stoel met tulpen.

versier

versieren

versierdt

versiert

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?