Romeinse rijk BK

De tijd van de Grieken en Romeinen duurde van

• 3000 v.C. tot

  500 n.C.

• 500 v.C. tot

  3000 n.C.

• 3000 v.C. tot

  500 v.C.

• 500 v.C. tot

  3000 v.C.

De Romeinen wilden ook de baas zijn over het middellandse zee gebied. Waarom?

• Romeinen waren gek op vakantie.

• Dan hoefden ze zich geen zorgen te maken over aanvallen uit die regio.

• Ze wilden ook zeegebied beheersen om vis te kunnen vangen.

Landen of volken met wie je samenwerkt noem je:

• Bevriende staten

• Verdragsstaten

• Staat van beleg

• Bondgenoten

De rivier de Rijn lag op de grens tussen het Romeinse rijk en de:

• Germanen

• Gladiatoren

• Joden

• Christenen

Romeinen woonden in:

• Meestal de stad. Soms op het platteland.

• Meestal op het platteland, soms in de stad.

• 50% woonde in de steden en 50% woonden op het platteland.

• Forten.

Welke taal spraken de Romeinen?

• Grieks

• Latijns

• Italiaans

• Elk volk sprak zijn eigen taal

De Romeinen bewonderden de Grieken. Zo maakten zij dezelfde soort:

• Synagoges

• Tempels

• Auto's

• Beelden

Waar vereerden de Romeinen hun goden?

• In de kerk.

• In een synagoge.

• In een fort.

• In een tempel.

Hoeveel goden hadden de Romeinen?

• Meerdere goden.

• Eén god.

• Dat mocht iedereen zelf bepalen.

• Ze hadden juist geen goden.

Wat is een volksverhuizing?

• Als er een heel volk op een andere plek gaat wonen.

• Als volkse mensen willen verhuizen.

• Als je verhuist naar je eigen volk.

• Als je verhuist vanwege een slechte oogst.