Toetsvoorbereiding 1e klas

Wat betekent amicaal?

• gezellig

• voordelig

• vriendschap

• vriendschappelijk

wat betekent bonje?

• gezelligheid

• ruzie

• visite

wat betekent van haver tot gort kennen?

• iets niet weten

• matig

• heel goed

wat betekent verbroederen?

• verbinden

• ontspannen

• pauze houden

• onderzoeken

wat betekent bejegenen?

• zich misdragen

• zich gedragen tegenover

• met iemand afspreken

• bang zijn voor

wat is de pv? De vrouw heeft boos naar de leerlingen gesproken

• boos

• heeft

• gesproken

hoeveel proeven zijn er om de pv te vinden?

• 1

• 2

• 3

• 4

Wat is het eerste zinsdeel in de zin: het antwoord op de toetsvraag van vandaag was erg lastig om te vinden

• het antwoord

• het antwoord op de toetsvraag

• het antwoord op de toetsvraag van vandaag

• vandaag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord-eigennaam?

• Willemstad

• Willem

• Stad

• Land

wat voor lidwoord is "het"?

• lw

• blw

• olw