Signaalwoorden en tekstverbanden

Welke twee signaalwoorden zie je in deze zin?: Ondanks dat ik je aardig vind, nodig ik je toch niet uit op mijn verjaardag. Van mijn ouders mag ik namelijk niet meer dan acht vriendinnen uitnodigen.

• opsommend verband

• tegenstellend verband

• oorzakelijk verband

• redengevend verband

• voorwaardelijk verband

Welk signaalwoord past op het stippellijntje?: Ik heb leuke plannen voor in de vakantie. ……. ga ik met een vriendin mee op vakantie en ik ga op zeilkamp.

• daarentegen

• bovendien

• zo

• dus

Welk signaalwoord hoort niet in het rijtje thuis?: daarnaast - bovendien - daarentegen - verder 

• daarnaast

• bovendien

• daarentegen

• verder

Herschrijf deze zin op zo'n manier waardoor er een redengevend verband in komt te staan: Als het onweert, dan ben ik bang dat het dak instort of dat alle elektrische apparaten kapot zullen gaan. 

Citeer het signaalwoord dat niet klopt: Ik ga met plezier naar school, omdat ik leuke vriendinnen heb met wie ik in de pauze praat. Daarnaast vind ik het fijn dat we best vroeg uit zijn. In de klas heb ik het ook leuk door de fijne sfeer. Aan de andere kant zijn de docenten goed in uitleggen.

Welk deel van de tekst is dit? We kunnen stellen dat je niet bang hoeft te zijn voor deepfake video's, omdat er kenmerken zijn waar je op kunt letten om te bepalen of iets echt of nep is. Veel mensen zijn bang, maar dat is dus niet nodig als je je er goed in verdiept. 

• inleiding

• middenstuk

• slot

Welke signaalwoorden bij een concluderend verband zie je in deze tekst?: We kunnen stellen dat je niet bang hoeft te zijn voor deepfake video's, omdat er kenmerken zijn waar je op kunt letten om te bepalen of iets echt of nep is. Veel mensen zijn bang, maar dat is dus niet nodig als je je er goed in verdiept. 

• We kunnen stellen dat

• omdat

• maar

• dus

Welk tekstverband staat in deze zin?: Wanneer je goed oplet tijdens de les, dan is de kans groter dat je een mooi cijfer haalt.

• vergelijkend verband

• concluderend verband

• redengevend verband

• vergelijkend verband

• voorwaardelijk verband

Welk tekstverband staat er in deze zin?: Ik ben dol op Italiaans eten. Denk aan pizza.

• opsommend verband

• uitleggend verband

• redengevend verband

• vergelijkend verband

Welk tekstverband staat er in deze zin?: Een dronken automobilist reed mijn tante aan, waardoor ze in het ziekenhuis belandde.

• redengevend verband

• uitleggend verband

• chronologisch verband

• oorzakelijk verband