Nucleinezuren  MBO 1 LAB

Nucleinezuren MBO 1 LAB

12th Grade

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Cavia Quiz

Cavia Quiz

12th Grade - University

12 Qs

Bacteriën en Schimmels

Bacteriën en Schimmels

1st Grade - Professional Development

10 Qs

Wat is Biologie?

Wat is Biologie?

KG - University

11 Qs

5V gaswisseling bij planten

5V gaswisseling bij planten

11th - 12th Grade

11 Qs

Energie in voeding

Energie in voeding

7th - 12th Grade

10 Qs

Trombose - Embolie

Trombose - Embolie

9th - 12th Grade

10 Qs

H3 Thema 4: waarnemen en regeling

H3 Thema 4: waarnemen en regeling

KG - 12th Grade

12 Qs

VGT MSK

VGT MSK

1st - 12th Grade

10 Qs

Nucleinezuren  MBO 1 LAB

Nucleinezuren MBO 1 LAB

Assessment

Quiz

Chemistry, Biology

12th Grade

Hard

Created by

Stef Es

Used 2+ times

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een nucleotide bestaat uit drie hoofdcomponenten:

1. een nucleobase

2. een triose

3. 1 tot 3 fosfaatgroepen

1. een nucleobase

2. een pentose

3. 1 tot 3 fosfaatgroepen

1. een nucleobase

2. een pentose

3. 1 tot 6 fosfaatgroepen

1. een nucleobase

2. een triose

3. 1 tot 6 fosfaatgroepen

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het verschil tussen DNA & RNA? (2 antwoorden zijn goed)

RNA heeft een ribose-suikergroep, in tegenstelling tot de deoxyribose-suikergroep

DNA heeft een ribose-suikergroep, in tegenstelling tot de deoxyribose-suikergroep

In RNA zit uracil (U)

In DNA zit uracil (U)

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het DNA-polymerase leest de oorspronkelijke DNA-streng af van het 5-eind naar het 3-eind

Waar

Niet waar

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is deletie?

Een deletie is een mutatie waarbij een deel van de eiwitten in een chromosoom ontbreekt

Een deletie is een mutatie waarbij een deel van de erfelijke code in een chromosoom ontbreekt

Een deletie is een mutatie waarbij een deel van Het RNA in een chromosoom ontbreekt

Een deletie is een mutatie in het Fenotype

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is substitutie?

Hoewel het aantal nucleotiden bij substitutie niet verandert, wordt er wel een nucleotide in het chromosomaal eiwit gewijzigd

Hoewel het aantal nucleotiden bij substitutie verandert, wordt er wel geen nucleotide in het chromosomaal DNA gewijzigd

Hoewel het aantal nucleotiden bij substitutie niet verandert, wordt er wel een nucleotide in het chromosomaal DNA gewijzigd

Hoewel het aantal nucleotiden bij substitutie niet verandert, wordt er wel een nucleotide in het chromosomaal RNA gewijzigd

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat gebeurt er met een puntmutatie?

Er ontstaat een onwerkbare enzym doordat 1 eiwit wordt veranderd

Er ontstaat een onwerkbare enzym doordat 2 of meer nucleotiden worden veranderd

Er ontstaat een onwerkbare enzym doordat 1 nucleotide wordt veranderd

Er ontstaat een werkbaar enzym doordat 2 of meer nucleotiden worden veranderd

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Bij een verdeelfout tijdens de mitose of meiose kan er:

Twee dochtercellen met één of meer chromosomen te veel ontstaan

Een moedercel met één of meer chromosomen te veel en een moedercel met één of meer chromosomen te weinig ontstaan

Een dochtercel met één of meer chromosomen te veel en een dochtercel met één of meer chromosomen te weinig ontstaan

Twee dochtercellen met één of meer chromosomen te weinig ontstaan

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het m-RNA kan worden gebonden aan een ribosoom wat is het startcodon?

ACG en het bijpassend t-RNA heeft het anticodon UGC

AUG en het bijpassend t-DNA heeft het anticodon UAC

UAA en het bijpassend t-RNA heeft het anticodon AUU

AUG en het bijpassend t-RNA heeft het anticodon UAC

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een t-RNA-molecule is opgebouwd uit

70-90 nucleotiden

50-70 nucleotiden

7-9 nucleotiden

5-7 nucleotiden