2.3 Lezen

Uit welke 3 delen bestaat een leestekst?

• begin, eind, midden

• inleiding, middenstuk met alinea's, slot

• vragen, antwoorden, conclusie

• eenm twee, drie

wanneer noemen we het tekstdoel van een tekst 'amuseren'?

• als de lezer er iets van kan leren

• als de lezer in actie moet komen

• als de lezer vermaakt wordt en het leuk is om te lezen

• als de lezer overtuigd moet worden van iets

Wanneer heeft de schrijver geen bedoeling met een tekst?

• nooit

• als de lezer overtuigd moett worden

• als de lezer geamuseerd moet worden

• bij reclame

Wat kan er nooit in de inleiding staan?

• het onderwerp van de tekst

• een plaatje

• een vraag over het onderwerp

• iets om de aandacht van de lezer te trekken

Waar staat de inleiding meestal?

• in het midden

• aan het eind

• in de 2de alinea

• bovenaan

Wat is de belangrijkste functie van de inleiding?

• de aandacht trekken van de lezer zodat hij/zij verder gaat lezen

• de lezer vermaken

• een vraag over het onderwerp stellen

• een mening over het onderwerp geven

Wat wordt bedoeld met het tekstdoel activeren?

• dat de lezer geamuseerd of vermaakt moet worden

• dat de lezer overtuigd moet worden

• dt de lezer in actie moet komen om iets te doen

• dat de lezer geïnformeerd moet worden

Wat wordt bedoeld met het tekstdoel informeren?

• dat de lezer vermaakt moet worden

• dat de lezer iets moet gaan doen

• dat de lezer ergens informatie over krijgt waar hij/zij van kan leren

• dat de lezer overtuigd moet worden van iets

Wat vind je Niet in het slot of de laatste alinea van een tekst?

• een vraag om de aandacht van de lezer te trekken

• meerdere alinea's

• een antwoord op de vraag uit de inleiding

• een tip over het onderwerp

Wat zijn dierproeven?

• de smaak van een dier die wordt onderzocht

• het uitproberen van een recept

• handleidingen voor een kok

• experimenten op een levend dier om iets te onderzoeken of testen