werkwoordspelling 1hv

werkwoordspelling 1hv

10th Grade

17 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Ontleden 2

Ontleden 2

5th - 10th Grade

20 Qs

Tekstverbanden en signaalwoorden klas 2 Lezen 3

Tekstverbanden en signaalwoorden klas 2 Lezen 3

8th - 12th Grade

20 Qs

Finale H1 tekst met vragen

Finale H1 tekst met vragen

9th - 12th Grade

13 Qs

Woordenschat gr 6 thema 4

Woordenschat gr 6 thema 4

1st - 12th Grade

12 Qs

Quiz werkwoordspelling

Quiz werkwoordspelling

10th Grade

20 Qs

Europese Dag van de Talen

Europese Dag van de Talen

1st - 12th Grade

20 Qs

examenvocabulaire VWO 5 période 1

examenvocabulaire VWO 5 période 1

10th - 12th Grade

13 Qs

woordsoorten

woordsoorten

8th - 12th Grade

15 Qs

werkwoordspelling 1hv

werkwoordspelling 1hv

Assessment

Quiz

World Languages

10th Grade

Hard

Created by

Maaike Bouwkamp

Used 6+ times

FREE Resource

17 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is een persoonsvorm? Kies het beste antwoord.

Dat is een werkwoord.

Dat is de vorm waarin een werkwoord kan voorkomen.

Dat is een vorm van het werkwoord die zich aanpast aan het onderwerp.

Dat is het woord in de zin dat maar één keer voor komt.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke drie regels zijn er om een persoonsvorm (p.v.) te vinden? Er zijn drie antwoorden goed.

Als je een vraagzin van de zin maakt, komt de persoonsvorm vooraan te staan.

Als je het aantal van het onderwerp (e.v./m.v.) aanpast, verandert de persoonsvorm (p.v.).

Verander het zelfstandig naamwoord. Dan kan de p.v. ook veranderen.

Als je de p.v. verandert, moet je dat wel goed doen.

Als je de tijd verandert, verandert de persoonsvorm.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welke regel gebruik je voor de p.v.t.t.?

Stam+t

Maak een vraagzin zodat de p.v. vooraan komt te staan.

'T eX KoFSCHiP

Zet de zin in een andere tijd zodat alle persoonsvormen mee veranderen.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Neem een werkwoord in je hoofd waarvan de stam eindigt op een -d. Als 'ik' het onderwerp is, eindigt het werkwoord op een: __

stam+t

-t

-d

-dt

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

De laatste letter van het werkwoord is een (1)__ als jij/je onderwerp is en (2)____ de persoonsvorm staat.

(1) -t (2) achter

(1) -d (2) voor

(1) dt (2) voor

(1) -d (2) achter

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De trein is volledig (ontsporen)__________ door blaadjes op de rails.

ontspoort

ontgespoord

ontspoord

ontspoordt

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De artiest (beantwoorden)________ soms wel dertig mailtjes per dag.

beantwoordt

beantwoord

gebeantwoord

beantwoort

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?