Werkwoorden Duits

Werkwoorden Duits

3rd Grade

12 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Werkwoorden spellen

Werkwoorden spellen

1st - 4th Grade

10 Qs

(Foutieve) beknopte bijzin

(Foutieve) beknopte bijzin

3rd Grade

14 Qs

Werkwoordspelling vsb

Werkwoordspelling vsb

1st - 3rd Grade

15 Qs

Teamkwis kerst 2019

Teamkwis kerst 2019

1st - 3rd Grade

10 Qs

Quiz fictie: 25 maart 2020

Quiz fictie: 25 maart 2020

1st - 10th Grade

10 Qs

OB - Literaire begrippen

OB - Literaire begrippen

1st - 3rd Grade

13 Qs

Voor- en Agtervoegsels

Voor- en Agtervoegsels

1st Grade - University

10 Qs

2F Spelling februari - week 2

2F Spelling februari - week 2

KG - University

10 Qs

Werkwoorden Duits

Werkwoorden Duits

Assessment

Quiz

Other

3rd Grade

Hard

Created by

Sanne Daemen

Used 2+ times

FREE Resource

12 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke vorm hoort bij DU?

hat

hast

habt

habe

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke vorm hoort bij WIR?

sein

seid

ist

sind

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke vorm hoort bij IHR?

werdet

wird

werden

werde

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke vorm hoort bij ICH?

ist

bin

bist

seid

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Zet het werkwoord in de juiste vorm:

Die Frauen ......... (reisen) nach Frankreich.

6.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Zet het werkwoord in de juiste vorm:

Du ........... (sitzen) auf meinem Platz!

7.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Zet het werkwoord in de juiste vorm:

Er ..................... (arbeiten) fünf Tage pro Woche.

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?