Spelling 5A - blok 3 - les 1 tm 3

Bij de 'dertig'-regel hoor je wel /ug/, maar schrijf je...?

• ug

• ig

• eg

Ik heb een ___ huisdier

• schattig

• schattug

• schatteg

Answer explanation

Je hoort /ug/, maar je schrijft /ig/.

Sla en fruit vindt mijn huisdier ___

• zalug

• zalig

• zaleg

Mijn opa is ___ jaar!

• tachteg

• tachtug

• tachtig

Op maandagochtend ben ik meestal nog wat ___.

• slapereg

• slaperig

• slaperug

Het warme deken is ___.

• wollug

• wolleg

• wollig

Answer explanation

Je hoort /ug/, maar je schrijft /ig/.

Alle kinderen in groep Sirius vind ik zo ___!

• aardug

• aardig

• aardeg

Soms ben ik wat ___.

• onrusteg

• onrustug

• onrustig

Answer explanation

Je hoort /ug/, maar je schrijft /ig/.

Als de klok op 31 december 12 uur slaat, zeg je: "___ nieuwjaar!"

In welke woorden hoor je /ug/ aan het eind, maar schrijf je /ig/?

wollig / rug / klunzig / dertig / terug / modderig / nodig / vlug / brug / gelukkig / dreig / grappig / veertig / zucht / listig