Klare taal - Les 2 - Zinnen

Klare taal - Les 2 - Zinnen

KG - 12th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

poster 8

poster 8

5th Grade

10 Qs

Fictie of non-fictie

Fictie of non-fictie

3rd - 4th Grade

10 Qs

bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

1st Grade

10 Qs

USO DE LA H

USO DE LA H

7th Grade

11 Qs

Evolución de la Estadística

Evolución de la Estadística

5th Grade

15 Qs

MINDSET

MINDSET

KG - University

10 Qs

Voltooid deelwoord 1

Voltooid deelwoord 1

KG

20 Qs

Morfologie en syntaxis

Morfologie en syntaxis

5th - 6th Grade

15 Qs

Klare taal - Les 2 - Zinnen

Klare taal - Les 2 - Zinnen

Assessment

Quiz

Other

KG - 12th Grade

Hard

Created by

Veerle De Kesel

Used 4+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat komt er eerst in een gewone zin?

In een gewone zin komt eerst het onderwerp.

In een gewone zin komt eerst het werkwoord.

In een gewone zin komt eerst een punt.

In een gewone zin komt eerst een vraagteken.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat komt er eerst in een vraagzin?

In een vraagzin komt eerst het onderwerp.

In een vraagzin komt eerst het werkwoord.

In een vraagzin komt eerst een punt.

In een vraagzin komt eerst een vraagteken.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat staat er op het einde van een gewone zin?

Op het einde van een gewone zin staat het onderwerp.

Op het einde van een gewone zin staat het werkwoord.

Op het einde van een gewone zin staat een punt.

Op het einde van een gewone zin staat een vraagteken.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat staat er op het einde van een vraagzin?

Op het einde van een vraagzin staat het onderwerp.

Op het einde van een vraagzin staat het werkwoord.

Op het einde van een vraagzin staat een punt.

Op het einde van een vraagzin staat een vraagteken.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Door welk woord kan het woord 'jongen' vervangen?

hij

zij

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Door welk woord kan het woord 'meisje' vervangen?

hij

zij

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat zijn 'hij' en 'zij'?

'Hij' en 'zij' zijn werkwoorden.

'Hij' en 'zij' zijn persoonlijke voornaamwoorden.

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?