Werkwoordspelling

(vermijden) die buurt 's nachts zoveel mogelijk.

• Vermijt

• Vermijd

• Vermijdt

De gans (broeden) momenteel op haar eieren.

• broet

• broed

• broedt

Zodra ze de leeuwen in de gaten kregen, (vluchten) de antilopen.

• vluchte

• vluchtte

• vluchten

• vluchtten

(antwoorden) alsjeblieft snel!

• Antwoort

• Antwoord

• Antwoordt

Ik acht de kans klein dat die zaak (oplossen) zou worden.

• opgelost

• opgelosd

Het elftal verloor vorige week, omdat het zijn verdediging (verwaarlozen).

• verwaarlooste

• verwaarloosde

• verwaarloosten

• verwaarloosden

Wat wordt er tegenwoordig een hoop geld (verspillen).

• verspilt

• verspild

Het lijkt net of je in een film (verzeilen) bent geraakt.

• verzeilt

• verzeild

• verzeildt

Het is de bedoeling dat u zijn medewerking schriftelijk (bevestigen).

• bevestigt

• bevestigd

• bevestigdt

Je hebt wel lef nodig als je op zo’n moment je inzet (verdriedubbelen).

• verdriedubbelt

• verdriedubbeld

• verdriedubbeldt