De stam (le radical du verbe)

zwemmen

• ik zwemm

• ik zwem

• ik zweem

aan atletiek doen

• ik do aan atletiek

• ik aan atletiek doe

• ik doe aan atletiek

naar muziek luisteren

• ik luisteer naar muziek

• ik luister naar muziek

• ik naar muziek luister

met vrienden uitgaan

• ik uitga met vrienden

• ik gaa met vrienden uit

• ik ga met vrienden uit

met de hond wandelen

• ik wandel met de hond

• ik wandeel met de hond

• ik met de hond wandel

voetballen

• ik voetball

• ik voetbal

• ik voetbaal

videospelletjes spelen

• ik videopselletjes speel

• ik spel videospelletjes

• ik speel videospelletjes

tv kijken

• ik kijk tv

• ik tv kijk

• ik kijken tv

steppen

• ik stepp

• ik steep

• ik step

fietsen

• ik fiets

• ik fiet

• ik fieets