TL3_Begrippen T7_Stevigheid en bewegen

beenderen die rood beenmerg bevatten en vooral voorkomen in hoofd en romp

• kraakbeenderen

• platte beenderen

• pijpbeenderen

• lijmstofbeenderen

langwerpige beenderen met rood beenmerg en geel beenmerg

• platte beenderen

• kraakbeenderen

• lijmbeenderen

• pijpbeenderen

organismen die op de toppen van de tenen lopen

• hoefgangers

• teengangers

• spitsgangers

• balerina's

komt voor in de mergholte van pijpbeen en hierin is vet opgeslagen

• lijmstof

• geel beenmerg

• rood beenmerg

• mergholte vulling

mergholte

• holte in platte beenderen

• holte in de kop van een pijpbeen

• holte tussen de koppen van een pijpbeen

• holte rondom platte beenderen

vormt rode bloedcellen in platte beenderen en in de koppen van pijpbeenderen

• wit beenmerg

• rood beenmerg

• mergholte

• kraakbeen

is stevig en goed buigzaam, komt bijvoorbeeld voor in de oorschelp

• merg

• kraakbeenweefsel

• beenweefsel

• kalkzouten

is heel stevig en een beetje buigzaam

• kalkzouten

• kraakbeenweefsel

• beenweefsel

• lijmstof

beenverbinding waarbij alleen een beweging heen en terug mogelijk is

• kogelgewricht

• scharniergewricht

• naadverbinding

• rolgewricht

De meest beweeglijke beenverbinding

• naadverbinding

• flexibel gewricht

• kogelgewricht

• scharniergewricht