Biologie - thema 5 - basisstof 5

Welke organismen vertonen gedrag?

• Bacteriën

• Schimmels

• Planten

• Dieren

Welke zinnen zijn een voorbeeld van gedrag?

• Een appel valt van een boom.

• Een blad groeit naar het licht.

• Een jongen kijkt tv.

• Een kat kijkt naar de tv.

• Een meisje krijgt kippenvel.

Welke zin hoort bij het volgende begrip: motivatie

• Bereidheid tot verrichten van bepaald gedrag.

• Invloed uit de omgeving.

• Reactie op een prikkel.

• Vaste opeenvolging van handelingen waarbij het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling.

Welke zin hoort bij het volgende begrip: gedragsketen

• Bereidheid tot verrichten van bepaald gedrag.

• Invloed uit de omgeving.

• Reactie op een prikkel.

• Vaste opeenvolging van handelingen waarbij het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling.

Floor steekt haar hand op in de klas. Mevrouw Ruijters concludeert dat Floor een vraag wil stellen.

Is dit een observatie of een interpretatie van de docent?

• observatie

• interpretatie

Een grutto verdedigt zijn territorium tegen scholeksters.

Is dit sociaal gedrag?

• ja

• nee

Een eendenkuikentje wordt door een snoek in zijn poot gebeten. Het eendje ziet de snoek niet, maar piept hard en probeert weg te zwemmen.



Wordt het piepen veroorzaakt door een inwendige prikkel of een uitwendige prikkel?

• inwendige prikkel

• uitwendige prikkel

Gedragsregels waaraan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden, zijn ...

• normen

• waarden

Als jonge vogeltjes honger hebben, openen ze hun bek. Dit is een voorbeeld van ...

• aangeboren gedrag

• aangeleerd gedrag

Welke zin hoort bij het volgende begrip: prikkel

• Bereidheid tot verrichten van bepaald gedrag.

• Invloed uit de omgeving.

• Reactie op een prikkel.

• Vaste opeenvolging van handelingen waarbij het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling.