Nederland na 1945

Welke antwoorden zijn juist?

• De Marshallhulp belemmerde de snelle wederopbouw en de modernisering van de Nederlandse economie.

• De Nederlandse economie groeide hard tussen 1948 en 1973.

• De werkgelegenheid nam af in de industrie en nam toe in de landbouwsector.

• Nederlanders werden welvarend door de stijgende lonen vanaf 1956.

Wat houdt de AOW in?

• Een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

• Uitkering voor iedereen vanaf 65 jaar.

• Uitkering voor mensen zonder inkomen.

• Uitkering voor werklozen.

Wat houdt de WW in?

• Een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

• Uitkering voor iedereen vanaf 65 jaar.

• Uitkering voor mensen zonder inkomen.

• Uitkering voor werklozen.

Wat houdt de Bijstand in?

• Een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

• Uitkering voor iedereen vanaf 65 jaar.

• Uitkering voor mensen zonder inkomen.

• Uitkering voor werklozen.

Wat houdt de WAO in?

• Een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

• Uitkering voor iedereen vanaf 65 jaar.

• Uitkering voor mensen zonder inkomen.

• Uitkering voor werklozen.

Bekijk de onderstaande feiten en kies welk begrip het best bij deze feiten past.

A. Er was welvaart in de jaren 1960.

B. Jongeren bleven langer bij elkaar.

C. Jongeren volgden langer onderwijs.

D. Jongeren wilden de ouderen en de autoriteiten minder gehoorzamen en kwamen vaker in verzet.

• Participatiesamenleving.

• Ontkerkelijking.

• Seksuele revolutie.

• Pluriforme samenleving.

Wat zijn de oorzaken van het feit dat er in 1973 een einde kwam aan het gouden tijdperk van de Nederlandse economie?

• De oliecrisis.

• Nederlandse industriebedrijven sloten hun deuren.

• Het aantal banen in de landbouwsector daalde.

• De kosten van lonen en uitkeringen waren erg gestegen.

Wat houdt de participatiesamenleving in?

• Veelvormige samenleving met allerlei soorten mensen.

• Samenleving waarin de overheid zorg voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen.

• Samenleving waarin mensen openstaan voor kritiek en nieuwe ideeën.

• Samenleving waarin mensen hun verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving.

Kies de juiste oorzaken van het opkomend conservatisme in de jaren 1990 aan.

• Mensen hadden moeite met de komst van migranten.

• Mensen verlangden terug naar de zuinigheid van de jaren 1950.

• Mensen vonden dat de individualisering te ver was doorgeschoten.

• Mensen waren kwaad over het kleiner worden van de kloof tussen arm en rijk.

Wat betekent assimilatie?

• Bescherming.

• Aanpassing.

• Migreren.

• Immigreren.