1ste en 4de naamval (Klas 2, Kapitel 6)

1ste en 4de naamval (Klas 2, Kapitel 6)

1st Grade

20 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Spelling CITO 2017

Spelling CITO 2017

1st - 12th Grade

20 Qs

S.P.Q.R. klas 1

S.P.Q.R. klas 1

1st - 2nd Grade

20 Qs

le français

le français

1st - 2nd Grade

20 Qs

Bahasa Melayu Tahun 1 (Suku Kata)

Bahasa Melayu Tahun 1 (Suku Kata)

1st Grade

20 Qs

Lijdend en meewerkend voorwerp

Lijdend en meewerkend voorwerp

1st - 2nd Grade

15 Qs

Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

1st Grade

20 Qs

D2L6 - de imperatief

D2L6 - de imperatief

1st Grade

18 Qs

1VWO CH2 ABCD

1VWO CH2 ABCD

1st Grade

15 Qs

1ste en 4de naamval (Klas 2, Kapitel 6)

1ste en 4de naamval (Klas 2, Kapitel 6)

Assessment

Quiz

World Languages

1st Grade

Practice Problem

Medium

Created by

Ibtissam Bada

Used 6+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

20 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het onderwerp (1ste naamval) in de volgende zin?

Het kind pakt de bal.

de bal

Het kind

pakt

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het lijdend voorwerp (4de naamval) in de volgende zin?

Het kind pakt de bal.

Het kind

pakt

de bal

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het onderwerp (1ste naamval) in de volgende zin?

Es funktioniert durch ihn.

durch

durch ihn

Es

funktioniert

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het onderwerp (1ste naamval) in de volgende zin?

Ich mache meine Hausaufgaben.

Ich

mache

meine Hausaufgaben

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het onderwerp (1ste naamval) in de volgende zin?

Ohne euch gehe ich nicht.

euch

ohne

ich

nicht

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het onderwerp (1ste naamval) in de volgende zin?

Meine Mutter kauft Blumen für mich.

Meine Mutter

mich

Blumen

kauft

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het onderwerp (1ste naamval) in de volgende zin?

Hans und Jan essen die Kekse.

Hans

Hans und Jan

Jan

Kekse

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?