Grammatica Nederlands blok 1 t/m 4

Grammatica Nederlands blok 1 t/m 4

8th - 9th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden en tekstverbanden

KG - Professional Development

20 Qs

werkwoorden in de tegenwoordige tijd

werkwoorden in de tegenwoordige tijd

7th - 8th Grade

11 Qs

E- en S- zinnen

E- en S- zinnen

8th Grade

20 Qs

Zoek het lijdend voorwerp

Zoek het lijdend voorwerp

KG - University

10 Qs

NN2V SO gramm H4&H5

NN2V SO gramm H4&H5

1st - 10th Grade

15 Qs

Questions

Questions

6th - 8th Grade

12 Qs

Feit of Mening?

Feit of Mening?

3rd - 9th Grade

20 Qs

Gevorderden

Gevorderden

1st - 12th Grade

15 Qs

Grammatica Nederlands blok 1 t/m 4

Grammatica Nederlands blok 1 t/m 4

Assessment

Quiz

World Languages

8th - 9th Grade

Medium

Created by

Sander Maij

Used 2+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek de persoonsvorm in de volgende zin:

De jongen zit in de klas.

de jongen

zit

in

de klas

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke vorm kan een werkwoord NIET voorkomen?

persoonsvorm

hele werkwoord (infinitief)

onderwerp

voltooid deelwoord

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zoek het voltooid deelwoord:

Wie heeft deze vraag gemaakt?

wie

heeft

deze vraag

gemaakt

4.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

Welke manieren heb je om een persoonsvorm te vinden?

Let op: meerdere antwoorden zijn goed.

De zin vragend maken

De zin in het enkelvoud/meervoud zetten

De zin in een andere tijd zetten

De volgorde van de zin veranderen.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit:

alle personen in een zin

alle onderwerpen in een zin

alle werkwoorden in een zin

alle vraagwoorden in een zin

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het onderwerp in een zin...

vertelt wie of wat iets doet.

geeft aan in welke tijd iets gebeurt.

vertelt hoeveel werkwoorden er in een zin staan

vertelt waar iets gebeurt.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de volgende zin:

Wanneer ga jij de woorden opschrijven?

Wanneer ga

Wanneer ga opschrijven

ga jij opschrijven

ga opschrijven

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?