Werkwoordspelling - alles door elkaar 22

Het kind is __________________ door zijn vriend (verraden).

Het ______________ geld gaf hij meteen uit aan een patatje met mayonaise (verdienen).

De directeur ___________________ veel meer dan de juf van groep 3 (verdienen).

Vind jij dat juffen en meesters genoeg ________________ (verdienen)?

Of vind jij dat de juf meer ______________ (verdienen)?

Mijn buurman ______________ zich over het voorval (beklagen).

Heeft hij daar iets mee _________________ (bedoelen).

Het _______________ niet vaak dat hij er zo rustig onder blijft (gebeuren).

Ik heb vorige week ___________________ in het buitenzwembad van Alphen a/d Rijn (zwemmen).

De ________________ afstand viel wat tegen, want ik was niet meer zo goed in conditie (zwemmen).