NT2 Taalmenu Spreken les 5 Wat zeg je? Gezondheid

NT2 Taalmenu Spreken les 5 Wat zeg je? Gezondheid

1st Grade

26 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

AF periode 2 bewegingsstelsel

AF periode 2 bewegingsstelsel

1st - 4th Grade

25 Qs

Goed gebekt taak 11

Goed gebekt taak 11

1st Grade

30 Qs

Vergadering20200315

Vergadering20200315

KG - 5th Grade

21 Qs

Oefentoets - Houden van dieren

Oefentoets - Houden van dieren

1st Grade

30 Qs

pathologie periode 8

pathologie periode 8

KG - 5th Grade

31 Qs

Pegangan Hidup (Pendidikan Moral Tahun 1)

Pegangan Hidup (Pendidikan Moral Tahun 1)

1st Grade

21 Qs

De weg binnen de jeugdzorg

De weg binnen de jeugdzorg

KG - 1st Grade

21 Qs

wijnland Duitsland, Italië en Spanje

wijnland Duitsland, Italië en Spanje

KG - Professional Development

21 Qs

NT2 Taalmenu Spreken les 5 Wat zeg je? Gezondheid

NT2 Taalmenu Spreken les 5 Wat zeg je? Gezondheid

Assessment

Quiz

Education

1st Grade

Medium

Used 4+ times

FREE Resource

26 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Iemand niest.

Wat zeg je dan?

Beterschap!

Heel veel sterkte. Naar welk ziekenhuis gaat u?

Gezondheid!

Kan het niet eerder?

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Iemand is ziek.

Wat zeg je dan?

Gezondheid!

Hallo, met ...(jouw naam). Ik ben erg ziek. Kan de dokter op huisbezoek komen?

Hallo met …(jouw naam). Ik heb snel een ambulance nodig.

Beterschap!

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Iemand moet naar het ziekenhuis voor een operatie.

Wat zeg je dan?

Kan het niet eerder?

Heel veel sterkte. Naar welk ziekenhuis gaat u?

Gecondoleerd. Wat een vreselijk verlies voor u.

Beterschap!

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Iemand is dood. Je gaat naar de begrafenis.

Je ziet de familie.

Wat zeg je dan?

Gezondheid!

Hallo, met …(jouw naam). Ik ben de moeder van Danny. Hij is ziek.

Gecondoleerd. Wat een vreselijk verlies voor u.

Kan het niet eerder?

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Je wilt een afspraak maken met de dokter.

De assistente vraagt: ‘Kunt u woensdag?’

Maar je vindt woensdag te laat.

Wat zeg je?

Hallo, met ...(jouw naam). Ik ben erg ziek. Kan de dokter op huisbezoek komen?

Hallo met …(jouw naam). Ik heb snel een ambulance nodig.

Beterschap!

Kan het niet eerder?

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Iemand van de familie heeft een hartaanval.

Je belt het alarmnummer: 112.

Wat zeg je?

Hallo, met ...(jouw naam). Ik ben erg ziek. Kan de dokter op huisbezoek komen?

Heel veel sterkte. Naar welk ziekenhuis gaat u?

Hallo, met …(jouw naam) Ik ben de moeder van Danny. Hij is ziek.

Hallo met …(jouw naam). Ik heb snel een ambulance nodig.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Je bent heel erg ziek.

Je kan niet naar het spreekuur komen.

Je wilt dat de dokter bij jou thuis komt.

Je belt de assistente.

Wat zeg je?

Heel veel sterkte. Naar welk ziekenhuis gaat u?

Hallo met …(jouw naam). Ik heb snel een ambulance nodig.

Kan het niet eerder?

Hallo, met ...(jouw naam). Ik ben erg ziek. Kan de dokter op huisbezoek komen?

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?