grammatica woordsoorten 1b

grammatica woordsoorten 1b

1st Grade

19 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Woordsoorten

Woordsoorten

1st - 6th Grade

18 Qs

Het bijvoeglijk naamwoord klas 1

Het bijvoeglijk naamwoord klas 1

1st - 3rd Grade

16 Qs

hij/hem-regel

hij/hem-regel

1st Grade

15 Qs

kww, zww en hww

kww, zww en hww

1st Grade

15 Qs

Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Zelfstandig naamwoord en lidwoord

1st Grade

14 Qs

Duits: Bepaalde en onbepaalde lidwoorden 1ste nv

Duits: Bepaalde en onbepaalde lidwoorden 1ste nv

1st - 5th Grade

24 Qs

Lichaam 1,2 en 3

Lichaam 1,2 en 3

1st Grade

15 Qs

woordsoorten havo 1

woordsoorten havo 1

1st Grade

20 Qs

grammatica woordsoorten 1b

grammatica woordsoorten 1b

Assessment

Quiz

Other

1st Grade

Medium

Created by

Ilse van den Berg

Used 6+ times

FREE Resource

19 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De meeste leerlingen komen met de fiets naar school. Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?
4
2
1
Geen

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat een mooie, originele, leuke en goede boektrailers hebben jullie gemaakt!
In deze zin staan veel bijvoeglijke naamwoorden.
In deze zin staan vooral zelfstandige naamwoorden.
Deze zin mist een voorzetsel.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een zelfstandig naamwoord kun je in het meervoud zetten en je kunt er een verkleinwoord van maken.
Juist
Onjuist, een zelfstandig naamwoord kan nooit een verkleinwoord zijn.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het meisje pakt een bekertje met water en zet haar tas neer.Welke zelfstandige naamwoorden staan er in deze zin? 
meisje, bekertje, water, tas
water, tas
haar, meisje

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De meeste voorzetsels kun je voor een lidwoord en zelfstandig naamwoord plaatsen.
Juist.
Onjuist, na een voorzetsel volgt nooit een lidwoord.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Op welke manieren kun je controleren of je te maken hebt met een zelfstandig naamwoord?
Kijken of er twee voorzetsels in de buurt staan.
Het woord in een andere tijd zetten.
Een lidwoord ervoor zetten en er meervoud van maken.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het gekleurde woordsoort? In de metro kwam ik een oude vriend tegen.

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?