H2 Thema 5 basisstof 6

H2 Thema 5 basisstof 6

10th Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

so lj 1 plantaardige en dierlijke cel.

so lj 1 plantaardige en dierlijke cel.

1st - 10th Grade

10 Qs

MLO2 Klinische Chemie - Hemostase

MLO2 Klinische Chemie - Hemostase

10th - 12th Grade

10 Qs

Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

6th Grade - University

7 Qs

invasieve exoten

invasieve exoten

1st - 12th Grade

7 Qs

Erfelijkheid en DNA

Erfelijkheid en DNA

10th - 12th Grade

10 Qs

Bacteriën en Virussen

Bacteriën en Virussen

9th - 10th Grade

6 Qs

H5 - Diffusie en osmose in longen en nieren

H5 - Diffusie en osmose in longen en nieren

10th - 12th Grade

6 Qs

Organen en cellen

Organen en cellen

3rd - 10th Grade

7 Qs

H2 Thema 5 basisstof 6

H2 Thema 5 basisstof 6

Assessment

Quiz

Biology

10th Grade

Medium

Created by

R. van der Velde

Used 1+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

8 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

Kies twee antwoorden. Waaruit bestaan fossielen meestal?

A afdrukken

B versteende resten

C botten

D stukken huid

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk van de volgende organismen heeft de grootste kans om te fossiliseren?

A Een organisme dat in zee leeft.

B Een organisme dat op het land leeft.

C Een organisme zonder harde delen.

D Een organisme dat bedekt raakt met sediment.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Voorbeelden van rudimentaire organen bij de mens zijn:
dunne dram en staartbeen
dunne darm en blinde darm
blinde darm en staartbeen

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Door middel van DNA kan worden na gegaan of twee dieren verwant zijn, dezelfde voor ouder hebben.
Waar
Niet waar

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De mens stamt af van een aap.
Waar
Niet waar

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Dieren die allebei vliegen met hun vleugels zijn altijd verwant.
Niet waar, want ze kunnen verschillende voorouders hebben.
Waar, want ze hebben dezelfde voorouder.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Overeenkomsten in bouw wijzen op een gemeenschappelijke voorouder.

Juist

Onjuist

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Overeenkomsten in embryonale ontwikkeling wijzen op een gemeenschappelijke voorouder.

Juist

Onjuist