Franse Revolutie Havo 2

In welk jaar begon de Franse Revolutie?

(vul alleen cijfers in)

Waarmee begon de Franse Revolutie?

• Met de Bestorming van de Bastille

• Met het koningschap van Lodewijk XVI

• Met de ondertekening van de Franse grondwet

• Met de onthoofding van Lodewijk XVI

In welk tijdvak speelt de Franse Revolutie zich af?

• Tijd van pruiken en revoluties

• Tijd van regenten en revoluties

• Tijd van vorsten en revoluties

• Tijd van burgers en revoluties

Lodewijk XVI, dat is dus......

• de 16e

• de 14e

• de 15e

• de 18e

Wat veranderde er voor Frankrijk toen Lodewijk XVI afgezet was als koning?

• Frankrijk werd nu een republiek

• Frankrijk kreeg nu een grondwet

• De Franse Revolutie begon

• De Franse Revolutie was afgelopen

Heeft Nederland ook een grondwet?

• Nee, wij hebben een koning

• Ja, daarin staat ook dat iedereen gelijk is

Wat is de juiste omschrijving van het begrip Verlichting?

• Denkstroming in de 18e eeuw die het gebruiken van het eigen verstand centraal stelde. Hierdoor kon een betere samenleving worden gemaakt.

• Denkstroming waarbij mensen op een bepaalde manier gingen denken dat ze zich erg verlicht voelden.

• Een nieuwe uitvinding in de 18e eeuw waarbij mensen niet meer kaarsen als verlichting hoefden te gebruiken, maar nu lampen konden gebruiken.

Welke omschrijving van het absolutisme is juist?

• Manier van regeren waarbij de president alle macht van God heeft gekregen en daardoor het alleenrecht heeft

• Manier van regeren waarbij de ministers niets tegen de vorst kunnen inbrengen, omdat zo moet van de kerk

• Manier van regeren waarbij de vorst alle macht in handen heeft omdat God hem al die macht gegeven zou hebben

• Manier van regeren waarbij het parlement alle macht heeft en de koning niets te zeggen heeft

Welk idee past bij de verlichting?

• Macht moet niet gegeven worden aan één persoon/groep

• Iedereen mag stemmen

• Slaven moeten beter worden behandeld

• De paus heeft altijd gelijk

Wat is de Trias Politica?

• De scheiding der machten. De macht wordt verdeeld onder de koning, de regering en de bevolking.

• De scheiding der machten, staat voor de wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtgevende macht.

• Voorloper van de constitutionele monarchie.

• De politiek van een land verdeeld onder de hoogste macht, wetgevende macht en rechtelijke macht