Les 16 (accentuur verdieping) ZN/BN

"De man gooide de spartelende goudvis in de zee."

Welk soort woord is het onderstreepte woord?

• Een lidwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord

• Een zelfstandig naamwoord (soortnaam)

• Een zelfstandig naamwoord (eigennaam)

Geef de overtreffende trap van "belangrijk".

"De man gooide de spartelende goudvis in de zee."

Welk soort woord is het onderstreepte woord?

• Een lidwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord

• Een zelfstandig naamwoord (soortnaam)

• Een zelfstandig naamwoord (eigennaam)

"Het was op zaterdag dat Jean-Marie een fikse wandeling heeft gemaakt."

Welk soort woord is het onderstreepte woord?

• Een lidwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord

• Een zelfstandig naamwoord (soortnaam)

• Een zelfstandig naamwoord (eigennaam)

"Het was op zaterdag dat Jean-Marie een fikse wandeling heeft gemaakt."

Welk soort woord is het onderstreepte woord?

• Een lidwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord

• Een zelfstandig naamwoord (soortnaam)

• Een zelfstandig naamwoord (eigennaam)

Geef de overtreffende trap van "spannend".

Geef de overtreffende trap van "ordelijk".

Geef de vergrotende trap van "smerig".

Geef de vergrotende trap van "uitgedroogd".

Geef de vergrotende trap van "plantaardig".