TV grammatica klas 2 (lijdend voorwerp)

TV grammatica klas 2 (lijdend voorwerp)

2nd Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Hoofdletters

Hoofdletters

1st - 2nd Grade

10 Qs

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp

2nd Grade

12 Qs

zakelijke e-mail 3KBL

zakelijke e-mail 3KBL

KG - 3rd Grade

15 Qs

Verkleinwoorden

Verkleinwoorden

2nd Grade

15 Qs

2B Quiz 1

2B Quiz 1

2nd Grade

15 Qs

WWG/NWG

WWG/NWG

1st - 3rd Grade

10 Qs

LV en MV

LV en MV

1st - 3rd Grade

10 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

TV grammatica klas 2 (lijdend voorwerp)

TV grammatica klas 2 (lijdend voorwerp)

Assessment

Quiz

World Languages

2nd Grade

Medium

Created by

Chaveli Toledo

Used 10+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke vraag moet je stellen om het lijdend voorwerp te vinden?

Wie/wat + gez?

Wat/waarom + ow + pv?

Wie/wat + gez + ow?

Waar/waarom + pv?

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

3 mins • 1 pt

Welke zinnen bevatten een lijdend voorwerp?

Let op: je moet meerdere antwoorden kiezen!

Wouter heeft zijn trainingsjasje laten hangen in de kleedkamer.

Een sukkel heeft gisteren het achterlicht van mijn fiets gesloopt.

Tijdens de storm verdwaalden we in het bos.

Gerard heeft een abonnement genomen op de Donald Duck.

Na de lockdown gaan we met de hele familie bowlen.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Benoem het onderstreepte zinsdeel.


Op de manege kocht Rania een nieuw zadel.

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

gezegde (gez)

lijdend voorwerp (lv)

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Benoem het onderstreepte zinsdeel.


Halil heeft zijn oma een bosje rozen gegeven.

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

gezegde (gez)

lijdend voorwerp (lv)

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Benoem het onderstreepte zinsdeel.


Heb jij alle bestanden opgeslagen op de usb-stick?

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

gezegde (gez)

lijdend voorwerp (lv)

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Benoem het onderstreepte zinsdeel.


Ik heb een broodje gezond gekocht in de kantine.

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

gezegde (gez)

lijdend voorwerp (lv)

7.

FILL IN THE BLANK QUESTION

2 mins • 1 pt

Noteer het lijdend voorwerp uit de volgende zin.


Gooi jij je vuile kleren in de wasmand?

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?