Compañeros 1, Unidad 2: gramática y vocabulario

Welke dag van de week komt er na "lunes"?

Welke dag van de week komt er na "jueves"?

Hoe noemen we deze twee dagen in het Nederlands?

"sábado y domingo"

• dagen van de week; dinsdag en woensdag

• het weekend; vrijdag en zaterdag

• het weekend; zaterdag en zondag

Staan de dagen van de week op goede volgorde?

Lunes, martes, jueves, miércoles, viernes, domingo, sábado

• Sí

• No

De juiste vertaling van het rangtelwoord "vijfde"?

• décimo/a

• octavo/a

• primero/a

• quinto/a

De juiste vertaling voor het rangtelwoord "tweede"?

• tercero/a

• segundo/a

• sexto/a

• noveno/a

De juiste vertaling voor het rangtelwoord "vierde"?

• cuarto/a

• séptimo/a

• segundo/a

• quinto/a

Staan de rangtelwoorden op goede volgorde?

Sexto, séptimo, octavo, noveno, décimo

• Sí

• No

Wat is de Nederlandse vertaling voor het schoolvak "informatica"?

Wat is de Nederlandse vertaling voor het schoolvak "educación física"?