Taal Actief 7 - Thema 6 - Week 1 woorden

Heel plotseling.

• abrupt

• allengs

• het dialect

• de standaardtaal

• de wereldtaal

Langzamerhand.

• abrupt

• allengs

• het dialect

• de standaardtaal

• de wereldtaal

Een taal die in een bepaalde streek gesproken wordt.

• abrupt

• allengs

• het dialect

• de standaardtaal

• de wereldtaal

De officiële taal van een land. Deze taal wordt bijvoorbeeld gebruikt in kranten en in het journaal.

• abrupt

• allengs

• het dialect

• de standaardtaal

• de wereldtaal

Een taal die op veel plaatsen op de wereld gesproken wordt. Bijvoorbeeld: Engels.

• abrupt

• allengs

• het dialect

• de standaardtaal

• de wereldtaal

Voor het grootste gedeelte.

• grotendeels

• krampachtig

• aanvaardbaar

• verwant zijn aan

• afleiden van

Met meer inspanning of moeite dan nodig is.

• grotendeels

• krampachtig

• aanvaardbaar

• verwant zijn aan

• afleiden van

Iets wat je kunt aannemen of accepteren.

• grotendeels

• krampachtig

• aanvaardbaar

• verwant zijn aan

• afleiden van

Familie zijn van.

• grotendeels

• krampachtig

• aanvaardbaar

• verwant zijn aan

• afleiden van

Woorden maken van andere woorden, vaak uit een andere taal.

"Kleur" komt bijvoorbeeld van het Franse woord "couleur".

• grotendeels

• krampachtig

• aanvaardbaar

• verwant zijn aan

• afleiden van