Herhaling leesvaardigheid

Herhaling leesvaardigheid

1st - 5th Grade

7 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

H4 tekstsoorten

H4 tekstsoorten

4th Grade

9 Qs

Duurzaam consumeren

Duurzaam consumeren

1st Grade

11 Qs

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1st - 10th Grade

10 Qs

2F Spelling 6 nov - 10 nov

2F Spelling 6 nov - 10 nov

KG - University

10 Qs

Kijk- en luisterstrategieën

Kijk- en luisterstrategieën

3rd Grade

7 Qs

maatschappijleer thema werk B3

maatschappijleer thema werk B3

KG - 3rd Grade

12 Qs

gelijkmatige lagenvorm

gelijkmatige lagenvorm

1st Grade

12 Qs

M4 Examen Nederlands 2015 - 1

M4 Examen Nederlands 2015 - 1

4th Grade

11 Qs

Herhaling leesvaardigheid

Herhaling leesvaardigheid

Assessment

Quiz

Other

1st - 5th Grade

Hard

Used 13+ times

FREE Resource

7 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat zijn hoofdzaken?

De titel van een tekst

Het belangrijkste van de tekst in één zin

Alle informatie die in een tekst belangrijk is

De conclusie van een tekst

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar vind je de kernzin?

Alleen in de inleiding

Alleen in de kern

Alleen in het slot

In elke alinea

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is GEEN voorbeeld van een overtuigende tekst?

Een ingezonden brief

Een betoog

Een reclameboodschap van Lidl

Een recensie over een boek

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het doel van een recept?

Instrueren

Adviseren

Overtuigen

Tot handelen aansporen (activeren)

5.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst is geschreven? (meerdere antwoorden)

De bron

Het taalgebruik

Het onderwerp

De lay-out

6.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin(nen) is/zijn juist?

Tekstverbanden kun je herkennen aan signaalwoorden.

Signaalwoorden staan alleen aan het begin van een zin.

Signaalwoorden verbinden zinnen of alinea's met elkaar.

Een tekst kan maar één tekstverband hebben.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een opsomming kun je herkennen aan de signaalwoorden...

maar, echter, hoewel

aan de ene kant.... aan de andere kant...

neem nou, denk aan, zoals

daarnaast, ook, bovendien