Néerlandais Les subordonnées

Quiz
•
World Languages
•
4th Grade
•
Hard

Isabelle NOEL
Used 45+ times
FREE Resource
10 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Charles heeft maagpijn omdat hij heeft te veel gegeten.
Charles heeft maagpijn omdat hij te veel gegeten heeft.
Charles heeft maagpijn omdat heeft hij te veel gegeten.
2.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Als gaat Emma naar school, neemt hij een stuk fruit als tussendoortje.
Als Emma naar school gaat, hij neemt een stuk fruit als tussendoortje.
Als Emma naar school gaat, neemt hij een stuk fruit als tussendoortje.
3.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Natty heeft geleerd dat te vet eten slecht voor de gezondheid is.
Natty heeft geleerd dat te vet slecht voor de gezondheid eten is.
Natty heeft geleerd dat te vet eten is slecht voor de gezondheid.
4.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Voordat Bastien op dieet gaat, moet hij zijn dokter raadplegen.
Voordat Bastien op dieet gaat, hij moet zijn dokter raadplegen.
Voordat Bastien op dieet gaat, moet hij zijn dokter geraadpleegd.
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Doordat Alexandru niet genoeg beweegt, hij moet vermageren.
Doordat Alexandru beweegt niet genoeg, moet hij vermageren.
Doordat Alexandru niet genoeg beweegt, moet hij vermageren.
6.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Nadat Sacha veel aan sport heeft gedaan, hij moet genoeg vocht drinken.
Nadat Sacha veel aan sport heeft gedaan, moet hij genoeg vocht drinken.
Nadat Sacha heeft gedaan veel aan sport, moet hij genoeg vocht drinken.
7.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
Choisis la phrase correcte
Hoewel Victor veel vitamines inneemt, is hij niet gezond.
Hoewel Victor inneemt veel vitamines, is hij niet gezond.
Hoewel Victor veel vitamines inneemt, hij niet gezond is.
Create a free account and access millions of resources
Similar Resources on Wayground
10 questions
Néerlandais Les auxiliaires de mode

Quiz
•
4th Grade
15 questions
pouvoir vouloir devoir prendre

Quiz
•
3rd - 12th Grade
10 questions
Les sensations

Quiz
•
1st - 5th Grade
15 questions
einde 4de jaar NEDERLANDS

Quiz
•
4th Grade
10 questions
Homophones ou-où/et-est/on-ont/quel/quelle

Quiz
•
1st - 5th Grade
10 questions
L'imperatif

Quiz
•
1st Grade - University
8 questions
Maak van het enkelvoud meervoud

Quiz
•
3rd - 4th Grade
10 questions
Bywoord van tyd, plek of wyse.

Quiz
•
4th - 7th Grade
Popular Resources on Wayground
11 questions
Hallway & Bathroom Expectations

Quiz
•
6th - 8th Grade
20 questions
PBIS-HGMS

Quiz
•
6th - 8th Grade
10 questions
"LAST STOP ON MARKET STREET" Vocabulary Quiz

Quiz
•
3rd Grade
19 questions
Fractions to Decimals and Decimals to Fractions

Quiz
•
6th Grade
16 questions
Logic and Venn Diagrams

Quiz
•
12th Grade
15 questions
Compare and Order Decimals

Quiz
•
4th - 5th Grade
20 questions
Simplifying Fractions

Quiz
•
6th Grade
20 questions
Multiplication facts 1-12

Quiz
•
2nd - 3rd Grade