argumentatie

argumentatie

4th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

fifa 18

fifa 18

4th Grade

10 Qs

De Frietvork Quiz: Upstairs - Downstairs

De Frietvork Quiz: Upstairs - Downstairs

KG - Professional Development

15 Qs

Karrewiet 25-05-2020

Karrewiet 25-05-2020

4th - 6th Grade

10 Qs

De juffie quiz 7

De juffie quiz 7

4th Grade

10 Qs

Herhaling overtuigende tekst

Herhaling overtuigende tekst

1st - 4th Grade

11 Qs

Woordenschat NN6 kgt1 hoofdstuk 3

Woordenschat NN6 kgt1 hoofdstuk 3

1st - 12th Grade

20 Qs

Week 5 - Norman

Week 5 - Norman

4th Grade

13 Qs

Karrewiet 28-05-2020

Karrewiet 28-05-2020

4th - 6th Grade

10 Qs

argumentatie

argumentatie

Assessment

Quiz

Arts, Fun

4th Grade

Medium

Created by

Sarah Mollink

Used 70+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Je kunt een standpunt onderscheiden van de argumenten.

Na 'want' volgt het standpunt. Na 'dus' volgen de argumenten.

Na 'want' volgt het argument. Na 'dus' volgt het standpunt.

Een standpunt is hetzelfde als een argument.

Een argument kun je niet onderscheiden van het standpunt.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Enkelvoudige argumentatiestructuur

heeft één standpunt en één argument

heeft alleen een standpunt

heeft alleen een argument

heeft twee argumenten

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Onderschikkende argumentatie

het standpunt is minder in het oog springend, minder belangrijk dan de argumenten

het betreft een minder belangrijke discussie

een hoofdargument wordt ondersteund door één of meer subargumenten

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Nevenschikkende argumentatie

twee of meer argumenten ondersteunen samen het standpunt/ de stelling

een argument is opgesplitst in twee delen en daarmee wordt het standpunt bewezen

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Nevenschikkende argumentatie

is het meest sterke type argumentatie

is het meest zwakke type argumentatie

de argumenten kunnen afhankelijk van elkaar zijn (ze zijn samen nodig om het standpunt te ondersteunen) of ze zijn onafhankelijk van elkaar

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is het standpunt in deze zin: 'De film is blijkbaar afgelopen, de bioscoop is al leeggestroomd.'

de film is blijkbaar afgelopen

de bioscoop is al leeggestroomd

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat is het argument:

'Er ligt een dun laagje ijs op de gracht. Het vriest kennelijk.'

Er ligt een dun laagje ijs.

Het vriest kennelijk.

Er ligt een dun laagje ijs op de gracht. Het vriest kennelijk.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?