Voorzetsel

Voorzetsel

7th Grade

14 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Quiz bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord en werkwoord

Quiz bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord en werkwoord

7th Grade

13 Qs

1KLT - Herhaling teksten caput 8

1KLT - Herhaling teksten caput 8

7th Grade

11 Qs

Het werkwoord être

Het werkwoord être

7th Grade

15 Qs

Tour 2 étape 2

Tour 2 étape 2

5th Grade - University

10 Qs

Vlakke figuren en soorten driehoeken

Vlakke figuren en soorten driehoeken

2nd Grade - University

10 Qs

TL3 Samenstellingen

TL3 Samenstellingen

6th - 12th Grade

15 Qs

Tekstbegrip Op Niveau

Tekstbegrip Op Niveau

KG - University

10 Qs

woordsoorten oefenen

woordsoorten oefenen

7th Grade - Professional Development

13 Qs

Voorzetsel

Voorzetsel

Assessment

Quiz

World Languages

7th Grade

Practice Problem

Medium

Created by

Marjan van den Broek

Used 25+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

14 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. Verlangen jullie ook zo naar het weekend?

ook

zo

naar

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. Tijdens zijn eerste bezoek schaamde Johan zich voor zijn kleding.

tijdens

voor

tijdens & voor

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. Die man kijkt je tijdens het praten nooit aan.

tijdens

aan

tijdens & aan

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. Waarom knap jij dat klusje in het weekend niet op?

in

in & op

op

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. Heb je een verklaring voor je gedrag in de klas?

voor

voor & in

in

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. De bakker op de hoek verkoopt broodjes met beleg.

op

op & met

met

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Geef aan wat de voorzetsels zijn. Met de trein uit Zutphen kom je om drie uur aan.

uit & aan

om & aan

uit & om

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?